Sinds de afschaffing in 1988 van het mechanisme van de forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting (FBB), weigerde België systematisch om aan Belgische belastinginwoners het voordeel van de FBB toe te kennen, die nochtans uitdrukkelijk werd voorzien in het belastingverdrag met Frankrijk. Gezien deze hardnekkige weigering, hebben de belastingplichtigen, gewapend met geduld en juridische argumenten, talloze procedures aangespannen.
Het Frans-Belgische overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting bepaalt inderdaad dat Belgische inwoners recht hebben op een verrekening van 15% van het netto bedrag van de dividenden na bronbelasting in Frankrijk. De belastingplichtige die een bruto dividend van 100 ontvangt, onderworpen aan een Franse bronbelasting van 15%, oftewel 15, kan in België een verrekening genieten van 15% van 85, oftewel 12,75 op de Belgische belasting die gelijk is aan 30% van 85, oftewel 25,50. Hij zou dus een totale belastingdruk moeten ondervinden van 15 (Franse heffing) + 25,5 (Belgische belasting) - 12,75 (Belgische FBB) = 27,75. Maar gezien de weigering van de administratie om hem de FBB te laten verrekenen, bedroeg zijn belastingdruk 40,5. Een zeer significant verschil!
Het Hof van Cassatie heeft, met een bijna rituele regelmaat, de belastingadministratie terechtgewezen: arresten van 16 juni 2017, 15 oktober 2020, 23 november 2023, en, de genadeklap, dat van 21 juni 2024. Het ging niet om loutere doctrinaire nuances, maar om een ware onderwerping: de fiscus kon zich niet langer verschuilen achter het zwijgen van de Belgische wet om zich te onttrekken aan een internationale overeenkomst.
De Belgische belastingadministratie is uiteindelijk toegegeven. Ze kondigt aan: de FBB zal vanaf nu verrekenbaar zijn, ongeacht of de dividenden zijn aangegeven of of ze de bevrijdende roerende voorheffing hebben ondergaan. Een onbetwiste overwinning voor de Belgische belastingplichtigen, maar vooral een erkenning voor de belastingadministratie die te lang het voor de hand liggende heeft willen negeren.
De investeerders die hebben volgehouden, hebben uiteindelijk gelijk gekregen. Voor degenen die de afgelopen jaren Franse dividenden hebben ontvangen, is het tijd om hun terugvorderingsaanvragen voor te bereiden. Rechtsmiddelen, bezwaren, ambtshalve terugbetalingen: alle middelen van de procedure zijn beschikbaar.
Deze overwinning draagt echter haar eigen einde in zich. Het nieuwe Frans-Belgische overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting, dat naar verwachting in 2026 of 2027 in werking zal treden, voorziet niet langer in een FBB.
Tegen die tijd zouden degenen die recht hebben op een terugbetaling er goed aan doen om niet te wachten met het doen gelden van hun recht.
Voor wie het aangaat!