Vanaf 1 januari 2026 wordt het werkloosheidsstelsel grondig hervormd. Doel: de verzekeringslogica versterken in combinatie met een snellere degressiviteit van de uitkeringen. Dit nieuwe kader vereist een duidelijke inschatting van de gevolgen voor loontrekkende cliënten. Hieronder een overzicht van de nieuwe bedragen en hun impact voor uw praktijk.
De federale regering kiest ervoor om het loonplafond te verhogen voor de berekening van de uitkeringen, terwijl het vervangingspercentage op 65% blijft.
? Winnende groep: werknemers met een loon boven het oude plafond
? Verlieslatende groep: werknemers met een loon tussen 2.700 € en 3.430 € bruto zullen geen verhoging zien
De minimumbedragen worden verhoogd voor de eerste zes maanden van de werkloosheid:
Gezinsstatus | Voor hervorming | Na hervorming | Verschil |
Hoofd van het gezin | 1.774 € | 1.951 € | +177 € |
Alleenstaande | 1.438 € | 1.581 € | +144 € |
Samenwonende zonder gezinslast | 1.384 € | 1.522 € | +138 € |
? Gunstig voor werknemers met lage lonen die sneller bescherming nodig hebben bij inkomensverlies
Vanaf de 13e maand dalen alle uitkeringen tot het huidige minimumniveau:
Status | Uitkering maand 12 | Uitkering maand 13 | Verschil |
Hoofd van het gezin | 1.951 € | 1.774 € | -177 € |
Alleenstaande | 1.581 € | 1.438 € | -143 € |
Samenwonende zonder gezinslast | 1.196 € | 746 € | -450 € |
⚠️ Met uitzondering: wie 30 jaar gewerkt heeft, kan in dit laatste geval aanspraak maken op een verhoogd bedrag van 1.059 € i.p.v. 746 €.
De hervorming vereist:
Denk aan:
Werkgevers zullen hun personeel moeten informeren via het sociaal secretariaat of de HR-afdeling over de nieuwe bedragen en rechten vanaf 2026.
Bronnen