• FR
  • NL
  • EN

België, IMF en begrotingsrealiteit: wat zeggen de conclusies 2026 van de missie « artikel IV »?

België, IMF en budgettaire realiteit: wat de conclusies 2026 van de « artikel IV »-missie zeggen — en wat dit verandert voor ondernemingen

Introductie. In zijn voorlopige conclusies na de « artikel IV »-missie 2026 prijst het IMF de veerkracht van de Belgische economie… maar wijst het op een centrale knoop: een hoog structureel tekort en een stijgende overheidsschuld. Achter deze vaststellingen schuilen zeer concrete gevolgen voor fiscaliteit, financiering, loonbeleid en het hervormingstraject. Geleid lezen, met een voorbeeld en een overzichtstabel.


1. Inleiding — een vrij duidelijke diagnose in een minder voorspelbare wereld

De boodschap van het IMF is evenwichtig: ja, België heeft « goed standgehouden bij turbulenties », maar blijft kwetsbaar door de omvang van zijn budgettaire onevenwichtigheden en een kwetsbare externe positie. In een context van geopolitieke en handelsmatige spanningen roept het IMF op tot « het creëren van speelruimte »: om de vergrijzing, de ecologische transitie, defensie… op te vangen en wat de sterkte vormt van het Belgische sociale model te bewaren. Volgens het IMF vereist deze prioriteit een ambitieuzere budgettaire sanering dan momenteel voorzien, en een vastberaden uitvoering van de reeds opgestarte hervormingen.¹


2. Waar hebben we het precies over als het IMF België « op grond van artikel IV » beoordeelt?

Het « artikel IV » verwijst naar de regelmatige consultaties van het IMF met zijn lidstaten: een missie analyseert de macro-economische, budgettaire en financiële situatie, overlegt met de autoriteiten en publiceert een verklaring van conclusies (voorlopig), gevolgd door een uitgebreidere rapportage. Met andere woorden: geen « oordeel », maar een toezichts- en aanbevelingskader dat vaak zwaar weegt in de perceptie van markten en Europese instellingen.²


3. Wat is volgens het IMF de kern van het probleem?

Het IMF wijst vooral op drie onderling verbonden kwetsbaarheden:

  • Belangrijke structurele budgettaire tekorten die het vermogen om een schok op te vangen verminderen.¹
  • Hoge en stijgende overheidsschuld (het IMF verwacht een voortzetting van de stijging tot 2030).¹
  • Kwetsbare externe positie, met een lopende rekeningtekort dat geleidelijk zou verbeteren, maar afhankelijk blijft van de internationale context.¹

De kernboodschap is duidelijk: wanneer de schuld stijgt en de financiële ruimte beperkt is, worden elke crisis (energie, rente, internationale handel) duurder en moeilijker te beheersen.


4. Welke economische vooruitzichten hanteert het IMF voor 2026–2027?

Het IMF beschrijft een groei die wordt afgeremd door een verzwakte buitenlandse vraag en onzekerheid, en wijst ook op de negatieve impact van de stijging van Amerikaanse invoertarieven in 2026–2027. Het verwacht een terugkeer naar een potentieel van ongeveer 1,3 % op middellange termijn, vooral gedragen door particuliere consumptie en investeringen. Wat de inflatie betreft, voorspelt het een terugkeer onder 2 % in 2026 dankzij dalende energiekosten en een vertraging in de loonontwikkeling, voorafgaand aan convergentie.¹

Wat dit in de praktijk betekent : België zakt volgens dit scenario niet in recessie, maar beweegt zich voort met een zwaar budgettair ‘rugzakje’ en een minder gunstige externe omgeving.


5. Waarom is het IMF van mening dat de aangekondigde budgettaire inspanning niet volstaat?

Het IMF waardeert het begrotingsplan binnen het kader van het Europees bestuur en het akkoord over de federale begroting 2026, maar oordeelt dat het geheel het tekort niet voldoende zal reduceren om de schulddynamiek om te buigen.¹

Het benadrukt onder meer:

  • voor het optimistische gehouden scenario’s (werkgelegenheid, vergrijzingskosten);
  • nieuwe verplichtingen (defensie);
  • en de noodzaak van bijkomende maatregelen om het tekort te brengen tot ongeveer 3 % van het BBP tegen 2030

Het IMF dringt ook aan op een politiek gevoelig punt: de gewesten en gemeenschappen moeten bijdragen tot geloofwaardige meerjarenpaden.¹


6. Welke concrete pistes schuift het naar voren (en waarom is dit rechtstreeks relevant voor de beroepsgroep)?

Het IMF geeft een zeer operationele richting aan: zowel de uitgaven als de samenstelling van de inkomsten aanpakken.

Wat de uitgaven betreft, roept het op tot beperking van de lopende uitgaven en verbetering van de efficiëntie van sociale uitgaven en publieke investeringen. Het noemt expliciet de gezondheidszorg (preventie, geneesmiddelen, ziekenhuizen), investeringsplanning tussen bestuursniveaus en onderwijs (betere afstemming op de arbeidsmarkt, resultaatgerichte opvolging).¹

Wat de inkomsten betreft, bespreekt het diverse maatregelen uit het akkoord 2026 (accijnzen op brandstof en vluchten, btw-wijzigingen, pakketbelasting, bankentaks, uitstel van lastenverlagingen op arbeid). Het ondersteunt ook het idee van een verschuiving van de belastingdruk van arbeid naar andere grondslagen en juicht de geplande invoering van een 10 % belasting op financiële meerwaarden toe, terwijl het suggereert dat een hoog vrijstellingsbedrag verlaagd zou kunnen worden om de opbrengst en rechtvaardigheid te versterken.¹

Tot slot wijst het op een groot potentieel: de fiscale uitgaven, geraamd op meer dan 6 % van het BBP (2021) en ongeveer 38 miljard euro (equivalent 2025), die kunnen worden gerationaliseerd door het schrappen van ineffectieve of niet langer prioritair geachte maatregelen.¹

Voor boekhouders en belastingadviseurs is de onderliggende boodschap helder: een fase van hervormingen en budgettaire keuzes komt eraan waarbij de degelijkheid van dossiers (onderbouwing, documentatie, keuze van structurering) weer centraal wordt.


7. En de financiële stabiliteit: is er reden tot bezorgdheid?

Het IMF beoordeelt de systemische risico’s als « matig », maar veranderlijk. Het signaleert de soliditeit van de kredietverlening en beperkte niet-presterende leningen, terwijl het kwetsbaarheden bij ondernemingen noteert bij een vertraagde groei (loonkosten) en een aanhoudende overwaardering van residentieel vastgoed, ook al is het risico op een forse correctie verminderd.¹

Wat de regulering betreft, merkt het op dat de NBB het anticyclische kapitaalbuffer (CCyB) verhoogd heeft van 1 % naar 1,25 % vanaf juli 2026, de sectorale hypotheekbuffer heeft afgeschaft en de CCyB mogelijk opnieuw zal moeten verhogen als de risico’s niet afnemen.¹

Voor ondernemingen betekent dit een concreet gevolg: de prudentiële normalisatie kan de kost en toegang tot krediet marginaal beïnvloeden.


8. Een eenvoudig voorbeeld: de KMO die zich voorbereidt op 2026–2027

Stel u een Belgische KMO voor in de B2B-handel, met marges onder druk en geplande investeringen (IT, wagenpark, energie-efficiëntie). De IMF-diagnose spoort aan tot drie zeer « praktijkgerichte » reflexen:

  1. Cashflowscenario’s : bij trage groei en bankvoorzichtigheid moet het investeringsvermogen objectief ingeschat worden (fasering, leasing versus aankoop, subsidies).
  2. Strengere fiscale keuzes : als rationeel gebruik van fiscale uitgaven vordert, kunnen « verworven » regelingen ter discussie komen. Documentatie en economische coherentie worden een waarborg.
  3. HR-beleid en kosten : als hervormingen op de arbeidsmarkt versnellen, is het beter de impact op loonkosten, flexibiliteit en organisatie te anticiperen.

Dit is geen theorie: het is precies het soort anticipatie dat de beroepsgroep kan omzetten in meerwaarde voor leidinggevenden.


9. Overzichtstabel — wat te onthouden voor bedrijven en praktijkmensen

As

Wat het IMF benadrukt

Waarom dit belangrijk is in België

Concreet effect voor bedrijven / de beroepsgroep

Openbare financiën

Hoog structureel tekort, stijgende schuld; onvoldoende inspanning zonder bijkomende maatregelen

Minder manoeuvreerruimte, risico op meer « abrupte » maatregelen bij schokken

Meer waakzaamheid omtrent fiscaliteit, subsidies, controles, onderbouwing van keuzes

Inkomsten

Accijnzen, btw, pakketbelasting, bankentaks; 10 % meerwaardebelasting « welkom » maar drempel kan besproken worden

Verschuiving van belastingdruk en zoeken naar budgettaire opbrengst

Nood aan anticipatie van fiscale impact op patrimoniale en investeringsbeslissingen

Fiscale uitgaven

Meer dan 6 % van het BBP; rationalisatie aanbevolen

Potentiële budgettaire buffer

Audit van gebruikte regelingen door klanten; beveiliging en alternatieven

Structurele hervormingen

Pensioenen, gezondheidszorg, arbeidsmarkt: gewaardeerd maar verder te zetten

Vergrijzing en houdbaarheid van het sociale model

HR-begeleiding, kostprojecties, naleving en rapportage

Financiële stabiliteit

Matige risico’s; CCyB op 1,25 % vanaf juli 2026; voorzichtigheid vastgoed

Krediet en vastgoed blijven transmissiekanalen van schokken

Risicobeheer, bankdialoog, solide financiële plannen


10. Aanbevelingen voor boekhouders en belastingadviseurs

Om deze macrodiagnose om te zetten in nuttige acties, kan de begeleiding rond enkele zeer concrete prioriteiten worden georganiseerd:

  • Meerjarenbegrotingen versterken bij klanten: prudente groeiscenario’s, financieringskosten en investeringsplanningen integreren.
  • Een doorlichting van de afhankelijkheid van fiscale uitgaven opzetten: nagaan welke voordelen structureel zijn en welke op middellange termijn ter discussie kunnen staan.
  • Klanten voorbereiden op een omgeving waarin de kapitaalsbelasting (inclusief financiële meerwaarden) een steeds belangrijker budgettair hefboom wordt: opleiding, traceerbaarheid, afwegingen.
  • Ondernemingen helpen hun keuzes beter te documenteren (transferprijzen, economische rationaliteit, besluitvormingsgovernance): in een consolidatiefase telt de dossierkwaliteit even zwaar als het cijfer.
  • Een oogje houden op de financiering: macroprudentiële voorzichtigheid kan bankvereisten aanscherpen; een robuust financieel plan en regelmatig opvolgen van indicatoren maken het verschil.


11. Besluit — een essentiële boodschap: ruimte terugwinnen vóór een schok die oplegt

De IMF-conclusies van 2026 zeggen niet dat het slecht gaat met België; ze zeggen dat het land standhoudt, maar met een kwetsbaarheid die structureel is geworden: tekort, schuld, beperkte marges. In een wereld waar schokken frequenter zijn (handel, energie, geopolitiek) is de uitdaging te saneren zonder groei te breken — en de hervormingen consequent door te voeren. Voor de beroepsgroep is dit een veld van nut: ondernemingen en gezinnen helpen te anticiperen, documenteren en beslissen binnen een strakker wordend kader.

___________

Bronnen (referenties)
  1. IMF, België: Conclusies van IMF-diensten na hun missie 2026 op grond van artikel IV, verklaring gepubliceerd op 16 december 2025 (tekst geleverd).
  2. IMF, IMF-statuten (Articles of Agreement), artikel IV (consultaties en toezicht).

Mots clés