
Het International Tax Competitiveness Index 2025 is zopas verschenen, en de vaststelling is ontnuchterend: België blijft ter plaatse trappelen.
Met een 30ste plaats op 38 OESO-landen blijft ons land achter op het vlak van fiscale structuur, economische logica en administratieve efficiëntie.
De oorzaken zijn bekend: een nog steeds hoog belastingniveau op winst, een gelaagde wetgeving, een kluwen van lokale en gewestelijke heffingen en vooral een complexiteit die ontmoedigt in plaats van motiveert.
De landen die vooruitgaan — Estland, Letland, Nieuw-Zeeland of Zwitserland — zijn niet noodzakelijk diegene met de laagste belastingtarieven, maar wel diegene die begrepen hebben dat duidelijkheid en neutraliteit de echte motoren van groei zijn.
Daar is de belastingdruk geen vijand; het is de onvoorspelbaarheid die het vertrouwen ondermijnt.
Dagelijks zien accountants de gevolgen van deze inefficiëntie in de cijfers:
KMO’s die investeringen uitstellen, zelfstandigen die onder de administratieve last bezwijken, en start-ups die hun groei verplaatsen naar het buitenland.
Waar andere landen vereenvoudigen, blijven wij toevoegen: regels, formulieren, drempels, uitzonderingen.
Anders dan veel commentatoren weten accountants wat er echt op het terrein speelt.
Zij zien dat het probleem niet enkel de hoogte van de belastingen is, maar vooral de kostprijs van tijd, de administratieve vermoeidheid, en het groeiende wantrouwen bij ondernemers die al genoeg uitdagingen hebben.
Vereenvoudigen betekent niet “minder belastingen”, maar betere belastingen.
Dat houdt in:
De Baltische staten bewijzen dat het kan. In Estland worden winsten pas belast bij uitkering; de fiscaliteit is er digitaal, transparant en gebaseerd op vertrouwen in plaats van op wantrouwen.
Het resultaat: een kleine staat met een grote aantrekkingskracht.
België beschikt over een hoogopgeleide beroepsbevolking, een sterk ondernemersweefsel en een technologisch ecosysteem dat tot de beste behoort.
Maar geen enkele economie wint een wedstrijd met een loodzware rugzak.
Kleine aanpassingen volstaan niet meer: we hebben nood aan structurele hervormingen, met een visie die verder kijkt dan tarieven en focust op eenvoud, coherentie en neutraliteit.
Het OECCBB roept de politieke wereld op om naar de accountants te luisteren.
Wij staan het dichtst bij de realiteit van onze KMO’s, hun cijfers, hun moeilijkheden en hun potentieel.
Wij weten waar de complexiteit verstikt, waar de wetgeving vertraagt, en waar tegenstrijdige regels innovatie remmen.
Voor we aan tarieven sleutelen, laten we eerst de regels vereenvoudigen.
Voor we hervormingen aankondigen, laten we hun samenhang verzekeren.
Voor we over concurrentiekracht spreken, laten we duidelijkheid creëren.
De accountant is geen louter uitvoerder van cijfers: hij is de ooggetuige van de systeemfouten en de natuurlijke partner van economische vernieuwing.
Maar dan moet zijn stem ook gehoord worden.
Concurrentiekracht ontstaat niet door woorden, maar door stabiele regelgeving, transparantie en vertrouwen.
Dat is de prijs die we moeten betalen als we willen dat België opnieuw op gelijke voet kan meedingen.
Indicator | België (2025) | OESO-gemiddelde | Opmerking |
Algemeen klassement | 30ᵉ / 38 | — | Geen vooruitgang sinds 2023 |
18ᵉ | 24,2 % | Hoge druk en complexe berekening | |
13ᵉ | — | Lage prikkel tot werken en investeren | |
Verbruiksbelastingen (btw) | 27ᵉ | — | Talrijke vrijstellingen, smalle basis |
Onroerende en vermogensfiscaliteit | 32ᵉ | — | Hoge lasten op bezit en overdracht |
Grensoverschrijdende regels | 27ᵉ | — | Complexe toepassing, weinig neutraliteit |
Bron: International Tax Competitiveness Index 2025, Center for Global Tax Policy.
België is niet veroordeeld tot complexiteit.
We beschikken over kennis, talent en infrastructuur om eenvoud en efficiëntie te combineren.
Maar dat vergt politieke moed én luisteren naar de praktijk.
Aan onze beleidsmakers: concurrentiekracht begint niet bij tarieven, maar bij vertrouwen.
En vertrouwen begint bij vereenvoudiging.