
Vanaf het vakantiejaar 2024 (vakantiedienstjaar 2023) behouden werknemers die ziek worden tijdens hun vakantie hun vakantiedagen. Deze vakantiedagen worden dan omgezet naar ziektedagen en de werknemer behoudt vervolgens het recht op deze vakantiedagen. Ze worden overgedragen naar het 1ste of het 2de jaar volgend op het vakantiejaar (2026 of 2027 voor het vakantiejaar 2025), als deze vakantiedagen omwille van ziekte niet meer voor het einde van het vakantiejaar kunnen opgenomen worden.
Op het moment dat overgedragen vakantiedagen uit een voorgaand vakantiejaar opgenomen worden (jaar n+1) of (jaar n+2), ontvangt de werknemer geen loon voor deze overgedragen dagen. Het enkelvoudig vakantiegeld voor deze dagen werd immers uiterlijk op 31 december van het vakantiejaar (jaar n) betaald.
De dagen afwezigheid, zowel tijdens een vakantieperiode als op het einde van het jaar, worden aangegeven
Op het moment van opname van de overgedragen vakantiedagen ontvangt de werknemer voor deze dagen geen loon meer. Deze dagen worden aangegeven met de prestatiecode 16 of 17. Ze tellen, net als de dagen prestatiecode 2, mee voor de bepaling van de prestatiebreuk (µ) maar niet voor de berekening van de refertelonen voor de geharmoniseerde verminderingen en de werkbonus.
Het gaat niet alleen om een schorsing van de tewerkstelling als gevolg van ziekte maar ook andere oorzaken van schorsing komen in aanmerking, zoals afwezigheden wegens arbeidsongeval, profylactisch verlof, pleegouderverlof.
Het bedrag dat de werknemer ontvangt voor vakantiedagen die niet opgenomen kunnen worden omwille van ziekte moet in het 4de kwartaal aangegeven worden. Dit gebeurt met een nieuwe looncode 15. Op dit bedrag zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd. Het Koninklijk Besluit van 19 oktober 2025 regelt dat:
Er staat geen prestatiecode tegenover. Deze werkwijze geldt vanaf de saldi uitbetaald door de werkgevers voor het vakantiejaar 2025.
Omdat in uitzonderlijke situaties bij verandering van werkgever, de door het vertrekvakantiegeld gedekte vakantiedagen niet kunnen worden opgenomen bij de nieuwe werkgever (bijvoorbeeld door ziekte), zal het saldo op het einde van het jaar dat in principe moet aangegeven worden door de looncode 15, een deel vakantiegeld inhouden waarvoor reeds socialezekerheidsbijdragen betaald werden. De looncode 15 wordt om deze reden opgesplitst als volgt:
Op de looncode 16 zijn geen socialezekerheidsbijdragen meer verschuldigd. Voor het overige gelden dezelfde bepalingen als voor de looncode 15 (refertemaandloon en refertekwartaalloon, berekeningsbasis verminderingen).
Voorbeeld (fictieve en vereenvoudigde berekening):
Een werknemer wordt ontslagen en krijgt een vakantieattest met 20 vakantiedagen en 3.000,00 EUR. Hij verdient bij zijn nieuwe werkgever als bediende 4.400,00 EUR. Hij neemt in de loop van het vakantiejaar 15 vakantiedagen, waarbij de 10 / 90 % regel wordt toegepast bij de verrekening van het vakantiegeld:
Vanaf oktober valt de werknemer voor de rest van het jaar ziek en kan hij zijn resterende vakantiedagen niet meer opnemen. De afrekening en aangifte gebeurt als volgt (4de kwartaal):