Traditiegetrouw wordt het jaareinde gekenmerkt door doemberichten. Massale ontslagen in de industrie kondigen zich aan en zijn voorpaginanieuws van alle kranten.
Als we de economie nu even bekijken vanuit het standpunt van de kmo, krijgen we een totaal ander beeld.
De arbeidsmarkt in België is vrij eenvoudig samen te vatten in drie groepen: één op tien Belgen is statutair ambtenaar, twee op drie Belgen is werknemer en één op vier is zelfstandige. Anders gezegd: de laatste groep creëert werk voor de tweede groep, de werknemers, en betaalt belasting voor het loon van de eerste groep, de ambtenaren. Vandaar dat men het vaak heeft over de zelfstandigen en kmo’s als de ruggengraat van de economie.
Het goede nieuws is dat deze derde groep, de producenten van de welvaart, alsmaar toeneemt. De laatste tien jaar zijn er immers 27% zelfstandigen, ofwel 280.000 netto, bijgekomen. Inderdaad, tien jaar geleden waren er 210 starters per dag in België, vandaag zijn er evenveel starters per dag in Vlaanderen alleen. In België zijn er nu 340 starters per dag, of 60% meer. De meeste starters (53%) zijn eenmanszaken en van de vennootschappen (47%) neemt het leeuwenaandeel (75%) de vorm van Besloten Vennootschappen.
De kritische lezer zal opmerken dat veel van die starters het niet lang uitzingen. En inderdaad, 7% van de starters legt de boeken al neer in het startjaar. De helft van de bedrijven bestaat nog na tien jaar. Ter zake pleit ik voor grote tolerantie ten aanzien van niet-frauduleuze faillissementen. Immers, de angst om failliet te gaan is nog steeds de grootste reden waarom bepaalde potentiële starters de stap niet wagen. En is een faillissement niet een deel van een bedrijfservaring? Of zoals het Chinees spreekwoord zegt: ‘falen is de basis voor succes’. De turbulentieratio, zijnde oprichtingen en falingen in één ratio gezet, wordt in de academische wereld beschouwd als een barometer voor de dynamiek van een
“Een ondernemer, stelt Machiavelli, is diegene die een onderscheid maakt tussen obstakels en opportuniteiten, en beide in zijn/haar voordeel
Deze dynamiek zorgt ervoor dat wij een kmo-land bij uitstek zijn. Van de werknemers werkt er immers 50,4% bij een kmo. Het vergelijkbare cijfer voor Duitsland en Frankrijk zijn respectievelijk 40% en 39%. Uit enquêtes blijkt bovendien dat de helft van de Belgische kmo’s bijkomend personeel wil aanwerven. Er zijn dus heel wat opportuniteiten voor wie door massale ontslagen zijn of haar werk verliest.
We zien dezelfde tendens qua toegevoegde waarde. Belgische kmo’s zorgen voor 43% van de toegevoegde waarde. De respectievelijke cijfers voor Duitsland en Frankrijk zijn 35% en 31%. Dat maakt ons land weerbaarder in tijden van crisis. Kmo’s zijn immers dynamisch en flexibel genoeg om steeds nieuwe opportuniteiten te zoeken. Zowel grote als kleinere kmo’s lanceren steeds weer nieuwe producten en diensten. Het volstaat te verwijzen naar de deelnemers van de recente Made in-awards die stuk voor stuk met innovatieve ideeën naar de markt toestappen. Een ondernemer, stelt Machiavelli, is diegene die een onderscheid maakt tussen obstakels en opportuniteiten, en beide in zijn/haar voordeel gebruikt. Vanuit deze definitie kunnen we stellen dat het in Vlaanderen krioelt van ondernemers.
We leven haast permanent in crisistijden gekenmerkt door lage economische groei, de-industrialisatie, geopolitieke spanningen en een mogelijke tarievenoorlog op komst. In dergelijke tijden is lange termijn weerbaarheid belangrijker dan kortetermijnwinsten. Het enorm belang van ondernemers en kmo’s in België, dat groter is dan onze omringende landen, maakt dat België meer crisisbestendig is.
Het is dan ook belangrijk dat de verschillende regeringen die ons land rijk is, de kmo’s en zelfstandigen koesteren. Ze zijn immers de beste garantie om de welvaart van een land en haar bevolking duurzaam te garanderen in woelige tijden.