De herfstvakantie is voor veel jongeren een gelegenheid om nog een laatste studentenjob te doen voor het einde van het jaar. Zowel voor de jongere als voor de werkgever kan werken onder het statuut van student financieel voordelig zijn.
Op het loon dat aan de jongere wordt uitbetaald, worden namelijk geen gewone socialezekerheidsbijdragen berekend. Hiervoor moet wel aan bepaalde vereisten voldaan worden, met name op het vlak van het aantal gewerkte uren.
Alexia Buyl, Legal Expert bij Partena Professional, geeft tekst en uitleg.
"Het voordeel van het sluiten van een tewerkstellingsovereenkomst voor studenten is dat het loon dat aan de student betaald wordt, niet onderworpen is aan gewone socialezekerheidsbijdragen. Er is gewoon een solidariteitsbijdrage op verschuldigd, op voorwaarde dat de student niet meer dan een bepaald aantal uren tijdens het kalenderjaar werkt. Dat aantal uren wordt dus niet bepaald per schooljaar", legt Alexia Buyl uit.
Het aantal arbeidsuren dat niet overschreden mag worden, wordt het "contingent" genoemd. Voor het kalenderjaar 2024 is dit contingent vastgesteld op 600 uren. Deze uren kunnen vrij gespreid worden over het jaar, d.w.z. over de periode van 1 januari tot 31 december, bij een of verschillende werkgevers. De urenteller wordt bij het begin van elk kalenderjaar opnieuw op nul gezet.
"Als de student meer werkt dan de voorziene 600 uren voor het kalenderjaar 2024, dan worden de meer gewerkte uren onderworpen aan gewone socialezekerheidsbijdragen”, vervolgt Alexia Buyl.
De student kan zijn aantal gewerkte uren en het saldo van zijn contingent raadplegen door in te loggen op de online applicatie "student@work".
"Met deze applicatie kan de student nagaan of zijn contingent van 600 uren niet overschreden is, een attest voor zijn toekomstige werkgever aanmaken waarop staat hoeveel uren hij nog kan werken en zijn eerdere periodes en werkgevers raadplegen", verduidelijkt Alexia Buyl.
De student hoeft alleen maar in te loggen met zijn elektronische identiteitskaart of een token (digitale code voor authenticatie).
Omdat de 600 uren gespreid zijn over het kalenderjaar en vaak verdeeld zijn over verschillende werkgevers, wordt de teller van de student aangepast op basis van de uren die de werkgevers in de Dimona hebben aangegeven.
Alleen de uren die de student effectief werkte, worden afgetrokken van het contingent van 600 uren. De uren waarvoor de werkgever loon betaalt, maar die niet werkelijk gepresteerd werden (bv. uren voor feestdagen), moeten niet aangegeven worden.
Met de “student@work”-applicatie kan de student een attest voor zijn toekomstige werkgever aanmaken waarop staat hoeveel uren hij nog kan werken binnen de limiet van 600 uren. Met dat attest kan de werkgever nagaan voor hoeveel uren hij de student nog kan tewerkstellen. De applicatie is ook toegankelijk voor de werkgever via een code die de student bezorgde.
Wanneer de werkgever de Dimona-aangifte voor de student doet, ziet hij ook of de student zijn urenpakket overschreden heeft. De werkgever ontvangt dan immers een waarschuwing voor de student in kwestie.
Tot 31 december 2022 was het contingent vastgesteld op 475 uren per kalenderjaar. De regering besloot daarna om dit contingent tijdelijk te verhogen naar 600 uren voor de jaren 2023-2024 (600 uren in 2023 en 600 uren in 2024).
"Op dit moment hebben we geen informatie over een eventuele verlenging van het contingent van 600 uren. We vallen waarschijnlijk terug op een urenpakket van 475 uren in 2025, tenzij de nieuwe regering anders beslist", besluit Alexia Buyl.