8% van de Brusselse kmo’s wil starten met mobiliteitsbudget

In Vlaanderen slechts 2,5% – helft kmo’s ervaart te veel blokkerende factoren voor groener wagenpark

Drie jaar na de start is er weinig animo voor het federale mobiliteitsbudget, waarmee werkgevers en werknemers voor meer duurzame mobiliteit kunnen kiezen. De meerderheid van Brusselse en Vlaamse kmo’s kent het concept maar vindt het nog niet aan de orde. In Vlaanderen gaat slechts twee procent ermee aan de slag; in Wallonië minder dan 1%. Brusselse kmo’s zijn met acht procent of één op twaalf kmo’s de kampioenen van de klas. Ongeveer vier op tien kmo’s in Vlaanderen en Brussel zeggen er neen tegen. De helft van de kmo’s wacht met de omschakeling wegens te veel blokkerende factoren. Dit zijn inzichten op basis van een bevraging bij 612 kmo-bedrijfsleiders en personeelsverantwoordelijken in juni 2022 naar hun tewerkstellingsplannen van het derde kwartaal.

In welke mate kennen Vlaamse en Brusselse kmo’s de mogelijkheden van het mobiliteitsbudget?

Mobiliteitsbudget kan ook voor functiewagens

In 2019 voerde de Belgische wetgever het mobiliteitsbudget in, met als doel meer duurzame verplaatsingen te stimuleren. Eind 2021 kwamen er een paar aanpassingen, die de invoering gemakkelijker moeten maken.

Annelies Rottiers, strategisch adviseur kmo bij SD Worx vat de inzichten samen: “Het percentage kmo’s dat met het mobiliteitsbudget wil starten is zeer laag, zeker in Vlaanderen en Wallonië. Je zou zeggen: onbekend maakt onbemind, maar er is meer aan de hand. In Vlaanderen zeggen bijna 65% van de kmo’s het principe te kennen, maar slechts 2% start met de invoering; in Brussel is dat acht procent.”

De specialist duidt: “Een van de redenen die men over het hoofd ziet, is dat het leeuwendeel van bedrijfswagens functiewagens zijn, waardoor een wagen nodig blijft voor klantenbezoek en de werknemer zelf niet helemaal vrij zijn mobiliteit kan bepalen. Maar ook hier kan het mobiliteitsbudget interessant zijn, door een kleinere auto te kiezen en een beperkter budget in te zetten op bijvoorbeeld een fiets of de huur van een grotere wagen tijdens de zomervakantie. In Brussel is de belangstelling groter, maar ook nog niet fenomenaal; daar zegt bijna 8% de invoering te overwegen.”

In maart 22 gaf ongeveer 16% van de kmo’s aan in 2022 wel eerder of heel zeker een vraag naar het mobiliteitsbudget te verwachten van de medewerkers. Voorlopig vertaalt dit nog niet in hoge invoering.

Ongeveer een kwart zal inzetten op kleinere wagens

Uit het SD Worx kmo-onderzoek blijkt dat kmo-ondernemers niet afkerig staan ten opzichte van een groener wagenpark, maar de meerderheid ervaart nog te veel blokkerende factoren.

Bijna vier op de tien kmo’s (38,9%) wil volop inzetten op de vergroening van het wagenpark, maar bijna de helft (48,5%) zegt nog even af te wachten met de omschakeling wegens te veel obstakels of uitdagingen. Bijna een kwart (24,3%) zal inzetten op kleinere wagens of het wagenpark proberen afbouwen (24,7%). Vandaag probeert 59% van de kmo’s de verplaatsingen te minimaliseren. Ongeveer 18% heeft geen bedrijfswagens nodig in de toekomst.



Blokkerende factoren zoals administratieve complexiteit, de beperkte vraag van werknemers, de kostprijs van elektrische auto’s en de fiscale onduidelijkheid met betrekking tot het thuisladen qua voordeel alle aard zijn zeker nog struikelstenen bij de vergroening”

Hoe werkt het mobiliteitsbudget?

De kmo-adviseur vervolgt: “Wanneer een werkgever het mobiliteitsbudget invoert in zijn onderneming, krijgen de werknemers de mogelijkheid hun (recht op een) bedrijfswagen in te ruilen voor een jaarlijks budget. Elke werknemer kan met dat budget zijn mobiliteit zelf invullen, om zo vlotter en milieubewuster op het werk te geraken. Het jaarlijks bedrag is afhankelijk van het type bedrijfswagen, waarop de medewerker recht heeft. Opgelet: de werknemer hoeft niet per se zijn wagen op te zeggen. Hij of zij kan bijvoorbeeld kiezen uit een kleinere duurzame auto, maar ook bijvoorbeeld een (deel) fiets of gebruik maken van autodelen of taxiritten.”

Over het onderzoek

In de driemaandelijkse tewerkstellingsprognose van SD Worx zijn voor de 49e keer een voor België representatief aantal kmo's bevraagd naar hun verwachtingen over tewerkstelling. Hieraan namen 612 bedrijven van 1 - 250 werknemers deel tussen 24 mei en 19 juni 2022. Het betreft een online bevraging van de kmo’s in België aan de hand van een representatieve steekproef waarbij het onderzoeksbureau CityD-WES de respondenten via e-mail aanspreekt. De studie wordt ieder kwartaal herhaald. Er wordt gewogen volgens regio en organisatiegrootte in functie van de populatie van kmo’s. De resultaten zijn representatief voor alle kmo’s in België. De weging is doorgaans veel kleiner dan 2, behalve voor Waalse kmo’s met minder dan 5 werknemers. Voor de volledige steekproef bedraagt de foutenmarge 4.24% (betrouwbaarheidsinterval van 95%).

Bron : Sd Worx, 2 september 2022

Mots clés

Articles recommandés

Volgens de najaarsenquête 2024 zou de investeringsdynamiek toenemen in 2025

Rapport over "Belgisch federalisme in cijfers" : analyse van de openbare tewerkstelling