Op de fiets naar je werk gaan, dat is goed voor je gezondheid... en sinds een jaar nog beter voor je portemonnee! Sinds het plafond voor fiscale vrijstelling van de fietsvergoeding in 2024 werd verhoogd, is het aantal “werknemers-fietsers ” gestegen. Zet deze trend zich een jaar later verder?
Sociaal secretariaat Partena Professional merkt uit de gegevens van zo’n 150.000 werknemers bij 20.600 bedrijven in de private sector dat we voor dit jaar waarschijnlijk op weg zijn naar een recordjaar: in januari kregen 12.561 werknemers een fietsvergoeding uitbetaald - een groei van zo’n 31% vergeleken met januari 2024. “Wielergek Vlaanderen rijdt op kop want de toename is bijna volledig te danken aan werknemers van Vlaamse bedrijven en organisaties”, concludeert Yves Stox, Managing Consultant bij Partena Professional. Laurence Philippe, Legal Consultant bij Partena Professional, geeft ook antwoord op de drie meest gestelde vragen rond de fietsvergoeding.
Sociaal secretariaat Partena Professional onderzocht de gegevens van zo’n 150.000 werknemers bij 20.600 bedrijven. Kijkend naar de eerste resultaten van 2025 lijken we op weg naar een recordjaar op vlak van fietsvergoedingen. In januari kregen 12.561 werknemers een fietsvergoeding uitbetaald, 31% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat is opvallend want 2024 was reeds een recordjaar. Waar in 2022 op jaarbasis nog 13.951 fietsvergoedingen werden uitbetaald, steeg dat aantal in 2023 naar 16.043 (+15%) en in 2024 naar 20.069 (+25%).
“Dat er in een wintermaand als januari 12.561 Belgen op de fiets sprongen, belooft voor de rest van het jaar”, stelt Yves Stox van Partena Professional. “Steeds meer werknemers vinden hun weg naar de fiets als vervoersmiddel voor woon-werkverkeer en dat kunnen we enkel maar toejuichen.”
Opvallend: voornamelijk werknemers van Vlaamse bedrijven en organisaties blijken de smaak te pakken te hebben. Driekwart van de uitbetaalde fietsvergoedingen gaat naar medewerkers die werkzaam zijn in Vlaanderen. Wallonië is goed voor 8% van de fietsvergoedingen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor 17%.
“Als we gaan kijken naar de provincies zien we een grote uitschieter in Oost-Vlaanderen. De West-Vlaamse, Antwerpse en Brusselse bedrijven zijn dan weer aan elkaar gewaagd gelijkaardige aantal uitbetaalde fietsvergoedingen. Bij de Vlaamse-Brabantse en Limburgse bedrijven zien we dan weer ruimte voor verbetering: daar zit zeker nog marge om een tandje bij te steken”, concludeert stelt Yves Stox.
Er bestaan vandaag verschillende maatregelen om het gebruik van de fiets bij de werknemer te stimuleren. Wat is mogelijk en hoe zit het met de sociale bijdragen en de belastingen? Laurence Philippe, Legal Consultant bij Partena Professional, geeft antwoord op de drie meest gestelde vragen rond de fietsvergoeding.
Om fietsende werknemers financieel een duwtje in de rug te geven, kan de werkgever hen een fietsvergoeding toekennen. Sinds 1 mei 2023 is deze maatregel verplicht in alle sectoren. Het bedrag van de fietsvergoeding is echter niet in alle sectoren hetzelfde. Bovendien hebben werkgevers de mogelijkheid om een hoger bedrag te betalen dan het bedrag dat op sectorniveau is vastgesteld, als ze binnen de toegestane fiscale en socialezekerheidsgrenzen blijven.
“Een fietsvergoeding zet niet alleen aan tot bewegen. Ook op het vlak van de fiscale en sociale lasten is het zeker interessant voor werkgever én werknemer. Op de fietsvergoeding moeten namelijk geen RSZ-bijdragen betaald worden, voor zover ze maximum 0,36 euro per kilometer (bedrag voor 2025) bedraagt”, verduidelijkt Laurence Philippe, Legal Consultant bij Partena Professional. “Bovendien is ze vrijgesteld van belastingen voor zover ze datzelfde maximumbedrag niet overschrijdt. Sinds 2024 geldt wel een jaarlijks plafond, dat bedraagt 3.610 euro voor de inkomens van 2025; overschrijdt je die drempel, dan wordt het gedeelte daarboven belast. Natuurlijk moet het vergoede aantal kilometers ook overeenstemmen met de werkelijk afgelegde fietsafstand.”
“Sommige werknemers leggen een gedeelte van het woon-werktraject af met het openbaar vervoer en een gedeelte met de fiets. In dat geval is het mogelijk een fietsvergoeding toe te kennen voor de werkelijk afgelegde kilometers met de fiets, naast de tegemoetkoming die de werknemer ontvangt voor het abonnement van het openbaar vervoer”, concludeert Laurence Philippe.