Oneerlijke concurrentie door werknemers: wat zegt de wet?

Artikel 17,3° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten verbiedt werknemers gedragingen te stellen die oneerlijke concurrentie ten opzichte van hun werkgever vormen.

De beoordeling van dit verbod verschilt echter naargelang de arbeidsovereenkomst loopt of reeds is beëindigd.

Tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst

1.1. Volgens de huidige rechtspraak wordt elke concurrerende handeling verricht door een werknemer tijdens de duur van zijn contract in principe beschouwd als oneerlijk.

Dit kan dus een ontslag om dringende reden rechtvaardigen, zonder voorafgaande kennisgeving of vergoeding, maar dit kan ook een vordering tot schadevergoeding van de werkgever rechtvaardigen. De Arbeidsrechtbank Brussel, in haar arrest van 14 december 2016 (RG nr. 2014/AB/595, www.terralaboris.be), heeft reeds overwogen dat bij gebrek aan concreet bewijs van geleden schade, de schadevergoeding naar billijkheid kan worden begroot. De werknemers werden aldus veroordeeld tot het betalen van € 75.000 aan schadevergoeding.

De gevolgen kunnen dus zwaar zijn.

1.2. Een nuance is te brengen aangezien de rechtspraak een onderscheid maakt tussen voorbereidende handelingen tot concurrentie en de feitelijke concurrentie. Zo heeft de Arbeidsrechtbank Bergen, in haar arrest van 22 december 2015 (RG nr. 2013/AM/335, www.terralaboris.be) overwogen dat de werknemer zich kan voorbereiden op het ontwikkelen van een toekomstige concurrerende activiteit, bijvoorbeeld door een domeinnaam te registreren of een wachtpagina te creëren, zonder dat deze voorbereidende handelingen verboden zijn.

1.3. Tenslotte bestaat er een uitzondering: indien de werkgever zijn uitdrukkelijke toestemming geeft, is de uitoefening van een concurrerende activiteit mogelijk. In dat geval is het sterk aanbevolen om deze overeenkomst schriftelijk te formaliseren, met de handtekening van beide partijen.

Na het einde van de arbeidsovereenkomst

2.1. Eens de arbeidsovereenkomst beëindigd is, is de voormalige werknemer niet langer onderworpen aan een automatisch verbod om een concurrerende activiteit uit te oefenen.

2.2. Echter, bepaalde beperkingen blijven bestaan:

• Oneerlijke concurrentie blijft verboden: zelfs na de beëindiging van het contract blijft elke praktijk die ingaat tegen de eerlijke handelspraktijken verboden.
  
• Aanwezigheid van een concurrentiebeding: indien de arbeidsovereenkomst een dergelijke clausule bevat, en deze juridisch geldig is, kan zij elke concurrerende activiteit verbieden gedurende een bepaalde periode na het einde van de arbeidsrelatie.

In geval van niet-naleving van deze beperkingen kan de voormalige werkgever schadevergoeding vorderen om de schade te compenseren die is geleden door handelingen van oneerlijke concurrentie.

Samengevat, concurrentie uitgeoefend door een werknemer kan worden gesanctioneerd indien hij nog onder contract staat of indien hij na het einde van het contract op oneerlijke wijze handelt.

Het is dus essentieel om uw rechten en plichten goed te kennen voordat u een concurrerende activiteit overweegt.

In het belang van zijn optimale verspreiding bieden wij u een automatische vertaling van dit artikel met behulp van kunstmatige intelligentie.​

De Stichting is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit en de nauwkeurigheid van deze machinevertaling.

Dit artikel is oorspronkelijk in het Frans geschreven, dus het is de franse versie waarnaar in alle gevallen moet worden verwezen.