|
Vandaag formuleert het VBO voor het eerst een kader voor de opvolging en een stand van zaken van de circulaire economie in België. Uit dit eerste rapport, dat we samen met het adviesbureau Möbius, dat is gespecialiseerd in de circulaire economie, hebben opgesteld, blijkt dat recycleren en het circulair gebruik van materialen momenteel tot de sterktes van ons land behoren. De komende jaren zullen we die blijven ontwikkelen, met de bedoeling om van de Belgische economie een voortrekker te maken op het vlak van circulaire economie, in overeenstemming met de visie en ambitie van het VBO. In het kader van dat rapport, dat tweejaarlijks zal verschijnen, werd een dashboard ontwikkeld om, aan de hand van bestaande indicatoren, de voortgang van de vijf circulaire ambities uit de visietekst op te volgen. Waar staan we nu?Als we enkele indicatoren uit het rapport belichten, zien we dus dat België het goed doet op het vlak van recyclage en het circulaire gebruik van materialen. Maar er is nog ruimte voor verbetering op alle vlakken om ons land als een volwaardige circulaire hub op de Europese kaart te zetten. De recyclage van gebruikte materialen is een belangrijke parameter in een circulaire economie. Als we kijken naar de circulariteitsgraad (Circular Material Use Rate, CMUR) zien we dat België ook op dat vlak goed scoort met een ratio van 23% in 2020. Van de 27 EU-landen heeft enkel Nederland een CMUR dat hoger ligt dan België. Dat wijst erop dat in België steeds meer gerecycleerde materialen worden gebruikt voor het produceren van goederen. België is al lang actief op het gebied van selectieve inzameling en recyclage van afval en heeft daardoor een van de beste afvalrecyclagepercentages (81% in 2018) op Europees niveau. Bovendien geven de recente investeringen in Belgische hoogtechnologische sorteercentra een boost aan de lokale circulaire economie. Circulaire economie gaat natuurlijk over meer dan recyclage alleen.Ook circulair ontwerp en productie zijn cruciaal voor een duurzame toekomst. 80% van de milieueffecten van producten wordt namelijk tijdens de ontwerpfase bepaald. Jammer genoeg zien we dat de Belgische economie meer materialen verbruikt en meer afval produceert per bbp-eenheid dan de gemiddelde EU-lidstaat. Er moet echter steeds rekening worden gehouden met het feit dat het economische weefsel van een land in belangrijke mate het resultaat voor die ratio’s bepaalt. Voor een open, exportgerichte economie als België met materiaalintensieve industriële activiteiten zal de productie van afval en het verbruik van materialen daarom hoger liggen dan voor een importgerichte economie. Om een goede vergelijking tussen landen mogelijk te maken, zou de structuur van hun economisch weefsel echter in detail moeten worden onderzocht. In deze studie werd nog geen gedetailleerde vergelijking gemaakt van de structuur van de verschillende EU-economieën. Materiaalproductiviteit, of het vermogen om aan dezelfde consumptie te voldoen met minder materiaalverbruik, is daarbij een goede graadmeter. Als we naar die graadmeter kijken, zien we dat Belgische bedrijven gemiddeld 34,1% efficiënter omspringen met het gebruik van materialen dan het gemiddelde van alle 27 EU-lidstaten samen.
>> Lees het volledige rapport hierbij.Bron : VBO, persberichten, 22 september 2022 |