• FR
  • NL
  • EN

De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt 2,5% in oktober ten opzichte van 2,7% in september en 2,6% in augustus.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedroeg 2,6% in oktober, net zoals in september.

De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand oktober bedroeg 2,0% ten opzichte van 2,1% in september.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn elektriciteit, restaurants en cafés, huishoudelijke diensten, huur en vlees.

De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn aardgas, motorbrandstoffen, pakketreizen en kleding.

Eurostat zal op 19 november de geharmoniseerde consumptieprijsindex van oktober voor de EU-landen publiceren.


De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP)[1] bedroeg in oktober 2,5% ten opzichte van 2,7% in september en 2,6% in augustus. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 2,6% in oktober, net zoals in september.


De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 2,6% in oktober en september tegenover 2,4% in augustus. De inflatie zonder energieproducten bedraagt 2,6%, tegenover 2,7% in september.


De inflatie voor voeding en alcoholvrije dranken bedroeg deze maand 2,7%, tegenover 3,1% vorige maand. De inflatie van olie bedraagt deze maand -2,1%, een daling ten opzichte van 0,6% in september. Voor zuivelproducten daalde de inflatie naar 2,8% tegenover 3,0% vorige maand. De inflatie voor vis bedroeg deze maand 1,4% tegenover 0,4% in september. De inflatie van brood en granen bedroeg 2,1% in oktober, een daling ten opzichte van de 2,8% die in september werd opgetekend. De inflatie van vlees bedroeg deze maand 5,5% tegenover 6,2% in september.


De bijdrage van energie tot de inflatie bedraagt 0,2%, een daling ten opzichte van de 0,3% van vorige maand. Voeding, daarentegen, levert een bijdrage van 0,4%.


Elektriciteit is nu 9,4% duurder dan een jaar geleden. Aardgas vertoont een inflatie van -4,9% ten opzichte van oktober vorig jaar. De prijs van huisbrandolie is met 4,7% gedaald ten opzichte van vorig jaar.


Inflatie en impact van de 12 hoofdgroepen op de inflatie

Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in oktober gemeten voor “Hotels, cafés en restaurants” (4,5%). De laagste inflatie werd gemeten voor de groep “Communicatie” (0,5%). De hoofdgroep die in oktober de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “Huisvesting, water en energie” met 0,3 procentpunt. De groep “Recreatie en cultuur” oefent de grootste negatieve impact uit met -0,2 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
Impact op inflatie (%-punt)
HICP
HICP-CT
aug/25
sep/25
okt/25
okt/25
aug/25
sep/25
okt/25
0
Totaal bestedingen
1.000,0
2,6
2,7
2,5
2,6



1
Voeding en alcoholvrije dranken
146,2
2,8
3,1
2,7
2,7
0,0
0,1
0,0
2
Alcoholhoudende dranken en tabak
55,6
5,4
3,3
2,6
2,8
0,2
0,0
0,0
3
Kleding en schoeisel
63,6
-2,5
-0,4
0,7
0,7
-0,4
-0,2
-0,1
4
Huisvesting, water en energie
165,4
5,5
4,1
4,1
4,2
0,6
0,3
0,3
5
Stoffering en huishoudelijke apparaten
60,3
2,6
3,3
2,2
2,2
0,0
0,0
0,0
6
Gezondheid
94,8
2,4
2,4
2,3
2,3
0,0
0,0
0,0
7
Vervoer
109,6
0,9
1,9
1,6
1,7
-0,2
-0,1
-0,1
8
Communicatie
30,6
0,5
0,5
0,5
0,5
-0,1
-0,1
-0,1
9
Recreatie en cultuur
92,8
0,4
1,0
0,8
0,8
-0,2
-0,2
-0,2
10
Onderwijs
4,9
1,6
1,6
2,2
2,2
0,0
0,0
0,0
11
Hotels, cafés en restaurants
88,7
3,7
4,4
4,5
4,5
0,1
0,2
0,2
12
Diverse goederen en diensten
87,4
3,1
2,8
2,6
2,6
0,0
0,0
0,0

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten, die samen de totale bestedingen vormen.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in oktober 2,6%, net zoals in september. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden bedraagt 3,0%. Ten opzichte van vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met gemiddeld 0,5%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
12 maandelijks gemiddelde (%)
Maandelijkse wijziging
aug/25
sep/25
okt/25
okt/25
okt/25
Totaal bestedingen
1.000,0
2,6
2,7
2,5
3,4
0,4
Energiedragers
94,3
3,4
2,1
1,3
7,5
-1,2
Bewerkte levensmiddelen
164,0
3,5
3,2
2,6
5,5
0,3
Niet-bewerkte levensmiddelen
37,8
3,4
3,2
2,8
2,2
0,3
Niet-energetische industriële goederen
260,8
-0,1
0,6
0,6
0,1
0,6
Diensten
443,1
3,4
3,7
3,7
3,7
0,6
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie)
867,8
2,4
2,6
2,6
3,0
0,5

Impact van de subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door elektriciteit met een impact van 0,25 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een positieve impact van 0,16 procentpunt. Huishoudelijke diensten en woninghuur hebben beiden een positieve impact van 0,13 procentpunt. Vlees heeft een positieve impact van 0,10 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2025
okt/25
04.5.1
Elektriciteit
32,5
0,25
11.1.1
Restaurants, cafés en gelijkaardige diensten
80,2
0,16
05.6.2
Huishoudelijke diensten
6,9
0,13
04.1.0
Woninghuur
78,6
0,13
01.1.2
Vlees
32,6
0,1

De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor aardgas, namelijk -0,12 procentpunt. Motorbrandstoffen hebben een negatieve impact van -0,11 procentpunt. Pakketreizen hebben een negatieve impact van -0,10 procentpunt. De negatieve impact van kleding bedroeg -0,09 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2025
okt/25
04.5.2
Aardgas
23,4
-0,12
07.2.2
Motorbrandstoffen
28
-0,11
09.6.0
Pakketreizen
10,6
-0,1
03.1.2
Kleding
46,7
-0,09

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP van onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van oktober. In België bedraagt ze 2,5 % in oktober, tegenover 2,7% in september. Nederland tekende een inflatie van 3,0% op in oktober, net zoals in september. In Frankrijk daalt de inflatie: 0,9% in oktober ten opzichte van 1,1% in september. De eerste snelle inflatieraming van de HICP van Duitsland bedroeg 2,3% in oktober, een lichte daling ten opzichte van de 2,4% in september.


Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor oktober nog niet publiceerde, is september de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. In België bedroeg de inflatie op basis van de HICP-CT in september 2,6%, daarmee stijgt ze licht ten opzichte van 2,5% in augustus en 2,4% in juli. In Duitsland bedroeg de inflatie in september 2,2%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de inflatie in augustus toen deze 1,9% bedroeg. In Frankrijk steeg deze inflatie in september tot 0,8%, ten opzichte van 0,5% in augustus. De inflatie van Nederland steeg tot 3,0%, ten opzichte van 2,4% in augustus.


[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

  • De inflatie voor energiedragers is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in oktober 1,3% ten opzichte van 2,1% in september en 3,4% in augustus. Ten opzichte van de voorgaande maand daalden de prijzen gemiddeld met 1,2%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 7,5% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in oktober 2,6% ten opzichte van 3,2% in september en 3,5% in augustus. In vergelijking met de voorgaande maand zijn de prijzen gemiddeld met 0,3% gestegen. De gemiddelde inflatie bedraagt 5,5% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in oktober 2,8% ten opzichte van 3,2% in september en 3,4% in augustus. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,3%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 2,2% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in oktober en september 0,6% tegenover
    -0,1% in augustus. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen met gemiddeld 0,6%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 0,1% voor de laatste twaalf maanden.
  • Voor diensten (inclusief huur) bedroeg de inflatie in oktober en september 3,7% tegenover 3,4% in augustus. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 3,7% voor de laatste twaalf maanden. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 0,6%.

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

Mots clés

Articles recommandés

1.835 ondernemingen waren actief in de milieusector in 2023

Klimaatverandering vormt een bedreiging voor België - Klimaatverandering zet druk op onze sociale samenhang en veiligheid.

Rekeningen voor de milieugoederen en -dienstensector 2014-2023