Afwezig personeel: wat nu? Valt die periode onder de wettelijke vakantieregeling, ziekte, is die (on)betaald of geldt nog een ander type verlof? Als werkgever of hr-professional ken je de wetgeving maar beter. We bundelden voor jou de antwoorden op 10 moeilijke, veelvoorkomende vragen over afwezig zijn op het werk.
Als je zieke werknemer van de dokter het huis mag verlaten, mag die zijn ziekteverlof evengoed in het buitenland doorbrengen. De zon is soms het beste medicijn. Maar de werknemer moet jou wel laten weten dat zijn of haar verblijfsadres verandert – zelfs als die voor enkele dagen naar de ouders gaat om uit te zieken.
Tijdens de arbeidsongeschiktheid heb je als werkgever immers altijd het recht om een controlearts te sturen. Een werknemer wiens ziekte niet controleerbaar is, kan het recht op gewaarborgd loon verliezen.
Als een werknemer ziek wordt vooraleer de vakantie is gestart en de ziekte voortduurt tijdens de vakantie, dan worden de samenvallende dagen als ziekte beschouwd. De werknemer heeft dan het recht om die verloren vakantiedagen later op te nemen. Natuurlijk moet de werknemer de werkgever tijdig verwittigen én tijdig een ziektebriefje binnenbrengen (waarop de volledige ziekteperiode wordt geattesteerd).
Tot 1 januari 2024 is je werknemer die vakantiedagen inderdaad kwijt – er werd dus geen ziekte geboekt. Vanaf 1 januari 2024 is dat anders: de vakantiedagen worden omgeboekt naar ziekte. De niet-genoten vakantiedagen kunnen later in het jaar opgenomen worden.
Om die nieuwe regel te laten gelden, moet je werknemer altijd een medisch attest voorleggen, binnen de twee dagen vanaf de arbeidsongeschiktheid. De uitzondering voor het eendagsziektebriefje geldt hier niet. Ook moet je werknemer jou onmiddellijk op de hoogte brengen wanneer zijn verblijfsadres tijdens de ziekte niet het normale verblijfsadres is (bv. omdat hij in het buitenland verblijft).
Opgelet: dit geldt niet voor ADV-dagen, inhaalrust voor overuren en (vervangende) feestdagen. Wanneer je werknemer (of jijzelf) de vakantie samenstelde uit vakantiedagen en andere dagen, kan de werknemer dus enkel de verloren vakantiedagen later opnemen. Er is momenteel nog onduidelijkheid over de interpretatie van het begrip ‘jaarlijkse vakantie’ bij samenloop arbeidsongeschiktheid en jaarlijkse vakantie. Om die reden adviseren we om de nieuwe regels ingeval van samenloop arbeidsongeschiktheid en vakantie voorlopig enkel toe te passen op ‘wettelijke’ vakantie.
Voorbeeld
Piet neemt vakantie in de week van maandag 22 juli 2024. Hij plant daarvoor:
Hij wordt ziek op maandag en brengt zijn werkgever tijdig op de hoogte met een medisch attest. Dat geldt voor de hele week. Hij mag twee dagen vakantie later in het jaar opnemen, want maandag, donderdag en vrijdag waren geen vakantiedagen. Die kan hij dus ook niet later in het jaar opnemen.
Deze nieuwe spelregels gelden vanaf 1 januari 2024 niet enkel voor arbeidsongeschiktheid, maar ook voor de volgende afwezigheden die voorvallen tijdens wettelijke vakantieperiodes:
Neen. Een arbeidsongeval heeft duidelijke voorwaarden: er moet een letsel zijn, en het ongeval moet tijdens de werkuren hebben plaatsgevonden in het kader van de functie door een plotse, uitwendige oorzaak. Bovenstaande situatie voldoet hier niet aan.
Een ongeval op het normale traject van en naar het werk heet een arbeidswegongeval. Ook dit type wordt gedekt door de arbeidsongevallenverzekering. ‘Normaal’ wordt breed geïnterpreteerd. Denk aan het afhalen van de kinderen aan de school of een omleiding wegens wegwerkzaamheden. Cafébezoek valt hier niet onder, ook niet als de werknemer elke avond naar hetzelfde café gaat.
Ja. Sinds 10 november 2022 heeft elke werknemer jaarlijks recht op 10 dagen verlof om dwingende redenen – ook sociaal of familiaal verlof genoemd – voor een plotse onvoorziene gebeurtenis waarbij de aanwezigheid van de werknemer is vereist. Vóór 10 november 2022 werd het recht op verlof om dwingende redenen pro rata toegekend: wie halftijds werkte, had slechts recht op 5 dagen. Dit verlof is meestal onbetaald. Je werknemer moet jou zo snel mogelijk verwittigen.
Let wel: dit geldt enkel voor onvoorziene gebeurtenissen, niet voor geplande ziekenhuisopnames.
Ja (voor zover de werknemer nog recht heeft op familiaal verlof). Dit is een schoolvoorbeeld van een situatie waarvoor verlof om dwingende redenen dient.
Bij familiaal verlof heb je als werkgever het recht om een bewijs te vragen van de omstandigheden: een doktersattest, een attest van de brandweer of van de verzekeringsmaatschappij. Wil je werknemer dat niet leveren, dan is die ongewettigd afwezig omdat de reden van de afwezigheid niet met zekerheid vastgesteld kan worden.
Deze situatie valt niet onder familiaal verlof, wel onder een onderbroken arbeidsdag. Die werkdag wordt gewoon doorbetaald.
Deze operatiedag lag al weken vast, dus verlof om dwingende redenen inroepen, mag niet. De werknemer moet hiervoor een gewone vakantiedag opnemen.
Dit valt onder ziekteverlof. De wet definieert het woord ‘ziekte’ niet: de enige voorwaarde voor gewaarborgd loon is arbeidsongeschiktheid. Of de ingreep medisch noodzakelijk is of louter cosmetisch, maakt niet uit. Ook psychische aandoeningen komen in aanmerking. De werknemer is zelfs niet verplicht om jou de reden van de operatie te vertellen. De basisverplichtingen blijven wel gelden: de werknemer moet je verwittigen en een ziektebriefje bezorgen.
Neen. Er zijn verschillende privégelegenheden waarvoor een werknemer recht heeft op klein verlet. In dit specifieke geval heeft je werknemer recht op één dag klein verlet op de dag van de begrafenis – op voorwaarde dat de oma niet bij het echtpaar inwoont, anders zijn het twee dagen. Als je werknemer niet werkt op die dag, heeft hij of zij ook geen recht op klein verlet. Je kunt wel onderling afspreken om de dag op een ander moment te nemen.
Voor andere situaties gelden andere voorwaarden. De volledige lijst vind je hier terug.