• FR
  • NL
  • EN

5 mythes over onze arbeidsmarkt

De federale regering heeft plannen om onze arbeidsmarkt grondig te hervormen: de werkloosheidsuitkering wordt beperkt in de tijd, via een pensioenmalus worden mensen financieel aangezet om langer aan het werk te blijven, en de arbeidsorganisatie zou een pak flexibeler moeten. Tegen die plannen kwam de voorbije maanden al heel wat protest vanuit de vakbonden en de linkse oppositiepartijen.

Die grijpen daarbij telkens terug naar een aantal mythes over onze arbeidsmarkt. Die worden evenwel tegengesproken door de feiten.



De uitgeperste werknemer

Volgens sommigen worden werknemers in België uitgeperst of kapotgewerkt, wat dan vaak gelinkt wordt aan het toenemende aantal burn-outs. Dat botst evenwel met de beschikbare cijfers over de werktijd in ons land. Gemiddeld werken voltijdse werknemers in België 38,8 uur per week. Dat is bij de laagste van Europa. Er is een groep die ‘lange uren’ klopt (49 uur per week of meer), maar dat gaat om maar 3,6% van de werknemers, wat overeen komt met het Europese gemiddelde. Al bij al werken we in België relatief weinig (tenminste wat werknemers betreft, voor zelfstandigen zitten we veel hoger).

Meer werken(den) is niet nodig

Volgens sommigen zijn hervormingen om meer mensen aan het werk te krijgen helemaal niet nodig. De realiteit is evenwel dat de gemiddelde Belg op actieve leeftijd het minste aantal uren werkt per jaar van alle industrielanden. Dat is de combinatie van een relatief laag aantal gewerkte uren per werkende (niet het laagste, maar wel lager dan gemiddeld) en een groot aantal niet-werkenden (27% van de 20- tot 64-jarigen werkt niet, in Europa doen enkel Spanje, Griekenland en Italië nog slechter). Vooral dat laatste zet de financiering van onze welvaartsstaat onder druk. Om die financieringsbasis te versterken, is meer werken (en vooral meer werkenden) noodzakelijk.

Langer werken is niet mogelijk

Volgens sommigen is langer werken absoluut onmogelijk. Een belangrijk deel van het grote aantal niet-werkenden in ons land zit bij de ouderen. In België stoppen we nog altijd relatief vroeg met werken. De gemiddelde effectieve pensioenleeftijd ligt vandaag rond 61. Ter vergelijking, in Nederland is dat 64, in Zweden is dat 65. En zelfs doorwerken na 65 lijkt in verschillende landen nog haalbaar. Gemiddeld is in Europa nog 15% van de 65- tot 69-jarigen aan het werk, in Zweden is dat bijna 30%. In België is dat 7%, het laagste in Europa. Langer werken lukt zowat ter wereld, er is geen zinnige reden waarom dat bij ons niet zou kunnen.

Hyperflexibiliteit

Volgens sommigen is het hier allemaal flexibiliteit die de klok slaat, en nog meer flexibiliteit zou dramatisch zijn. Dat blijkt in de praktijk nogal mee te vallen. Meer nog, als je allerlei indicatoren van atypische arbeidsvormen (avondwerk, nachtwerk, ploegen, weekendwerk, deeltijd en tijdelijke jobs) samen neemt, heeft België het laagste aandeel van dat soort flexibiliteit in Europa. Iets meer flexibiliteit zou dan ook niet meteen een catastrofe zijn, maar eerder bijdragen tot een beter werkende arbeidsmarkt.

Tekort aan mensen in allerlei openbare diensten

Uit allerlei overheidsdiensten (onderwijs, justitie, zorg, politie…) komen met de regelmaat van de klok alarmsignalen over een tekort aan mensen. Ondertussen neemt het aantal werkenden in de publieke sector in ruime zin (incl. onderwijs en zorg) al decennialang onafgebroken toe. Sinds midden jaren 90 kwamen er bij de overheid 540.000 jobs bij, en die trend gaat voorlopig gewoon door. De voorbije twaalf maanden kwamen er in de publieke sector 17.500 werkenden bij. Sowieso plaatst die stevige toename van het aantal werkenden bij de overheid de recente stakingen/betogingen tegen de ‘keiharde besparingen’ op de openbare diensten in perspectief.

Doorduwen met de hervormingen

Bovenstaande cijfers wijzen allemaal in één richting: in België wordt er relatief weinig gewerkt (en zeker in de privésector), en dat resulteert in een te nauwe financieringsbasis voor onze welvaartsstaat. De hervormingen die nu op tafel liggen (en waartegen nu gestaakt en betoogd wordt), gaan in de goeie richting. Meer nog, op de verschillende beleidsniveaus zouden ze beter nog een paar tandjes hoger schakelen met die hervorming van de arbeidsmarkt: meer flexibiliteit, minder lasten op arbeid, minder strakke regulering, veel meer inzetten op opleiding, meer kwaliteit in het onderwijs… Een beter werkende arbeidsmarkt betekent meer welvaart.

Mots clés

Articles recommandés

1,3 miljoen zelfstandigen: analyse van de belangrijkste trends 2024!

Ziekte tijdens een verlofperiode: enkele aandachtspunten

Terugbetaling elektriciteitskosten voor het thuisladen: bedragen derde kwartaal 2025