Circulaire 2021/C/77 over de belastingvoordelen voor de hypothecaire leningen in het Vlaams Gewest

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 03/08/2021 de Circulaire 2021/C/77 over de belastingvoordelen voor de hypothecaire leningen in het Vlaams Gewest.

Deze circulaire bevat een FAQ over de belastingverminderingen in de personenbelasting voor uitgaven verricht in het kader van hypothecaire leningen – Vlaams Gewest – aanslagjaar 2021. Deze circulaire actualiseert de circulaire 2020/C/70.


BIJLAGEN: 2


Inhoudstafel

1. Eigen woning tijdens het volledige jaar

1.1. Hypothecaire leningen aangegaan vanaf 01.01.2020, en daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen

1.1.1. Ik heb in 2020 voor het eerst een woning aangekocht, die ik sindsdien zelf betrek. Ik ging hiervoor in 2020 een hypothecaire lening aan. Heb ik recht op de 'geïntegreerde woonbonus'?
1.1.2. Ik ging in 2017 een hypothecaire lening aan die in aanmerking kwam voor de ‘geïntegreerde woonbonus’. Ik ga in 2020 een herfinancieringslening aan. Valt deze lening onder het stelsel van de 'geïntegreerde woonbonus'?
1.1.3. Ik ging in 2016 een hypothecaire lening aan voor de aankoop van mijn woning. Ik heb recht op de geïntegreerde woonbonus. In 2020 huw ik (of ga ik wettelijk samenwonen). Mijn partner wordt mede-eigenaar van de woning en mede-kredietnemer van de lening. Kan mijn partner daarna ook genieten van de geïntegreerde woonbonus?
1.1.4. Ik ging in 2020 een hypothecaire lening aan voor mijn eigen woning terwijl ik nog een lening van vóór 2020 voor die woning lopen heb. Heb ik recht op de 'geïntegreerde woonbonus'?
1.1.5. Ik heb in 2020 een wederopname gedaan, voor het verbouwen van mijn eigen woning. Heb ik recht op de 'geïntegreerde woonbonus'?
1.1.6. Ik ging in 2020 een hypothecaire lening aan om mijn ex-partner te kunnen uitkopen en zo een nieuw eigendomsaandeel van mijn eigen woning te verwerven. Heb ik recht op de 'geïntegreerde woonbonus'?
1.1.7. Ik ging in 2020 een hypothecaire lening aan om de erfbelasting of schenkbelasting van mijn eigen woning te betalen. Heb ik recht op de 'geïntegreerde woonbonus'?

1.2. Hypothecaire leningen aangegaan vanaf 01.01.2016 en uiterlijk op 31.12.2019 en daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen
1.3. Hypotheciare leningen aangegaan vóór 2016 en daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen

2. Hypotheekoverdracht3. Eigen woning tijdens een deel van het jaar
4. Deel van de eigen woning dat wordt verhuurd
5. Deel van de eigen woning voor zelfstandige beroepswerkzaamheid6. Andere dan eigen woning7. Individuele levensverzekering


Deze FAQ is van toepassing voor inkomstenjaar 2020, aanslagjaar 2021 en indien uw fiscale woonplaats op 01.01.2021 gevestigd was in het Vlaams Gewest.

Opgelet:

Er geldt een bevriezing van de looptijd van de Vlaamse belastingverminderingen voor de 'eigen' woning zoals die geldt op 31.12.2019. Concreet zal er geen rekening worden gehouden met looptijdverlengingen die u vanaf 01.01.2020 doorvoert. Ontwikkelingen waar u zelf geen vat op heeft (bv. automatische aanpassingen van de looptijd bij accordeonleningen), worden dus niet beoogd.

Voorbeeld:

Elke woont in het Vlaams Gewest.

In 2017 gaat zij voor haar eigen woning een hypothecaire lening aan die in aanmerking komt voor de geïntegreerde woonbonus. De einddatum van die lening was 15.11.2037.

In 2020 gaat zij een herfinancieringslening aan en wordt de looptijd verlengd tot 15.11.2042.

Voor de periode van de looptijdverlenging (vanaf 16.11.2037 t.e.m 15.11.2042) mogen de uitgaven niet in rekening worden gebracht voor de geïntegreerde woonbonus.

Uitzondering op de antimisbruikbepaling

Wanneer u een betalingsuitstel heeft gevraagd naar aanleiding van de coronacrisis en u van uw bank een looptijdverlenging verkreeg, dan kunnen de betalingen van die looptijdverlenging toch nog in aanmerking komen voor een fiscaal voordeel.

Voorbeeld:

Elke woont in het Vlaams Gewest.

In 2017 gaat zij voor haar eigen woning een hypothecaire lening aan die in aanmerking komt voor de geïntegreerde woonbonus. De einddatum van die lening was 15.11.2037.

In 2020 vroeg en kreeg zij omwille van de coronacrisis voor die hypothecaire lening zes maanden betalingsuitstel, waarbij de duurtijd van de hypothecaire lening ook met zes maanden (tot 15.05.2038) wordt verlengd.

Normaal zou zij de uitgaven tijdens die zes maanden (vanaf 16.11.2037 t.e.m. 15.05.2038) niet in rekening mogen brengen voor de geïntegreerde woonbonus.

Maar gezien zij betalingsuitstel heeft verkregen ten gevolge van de coronacrisis, kan zij die uitgaven alsnog in rekening brengen voor de geïntegreerde woonbonus.

De betalingen tijdens de periode 16.11.2037 t.e.m 15.05.2038 komen dus wel in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus.


1. EIGEN WONING TIJDENS HET VOLLEDIGE JAAR

De belastingvoordelen voor de hypothecaire leningen voor uw eigen woning (te beoordelen op het moment van betaling) zijn sinds aanslagjaar 2015 een bevoegdheid van de gewesten.

Opgelet: deze FAQ is niet van toepassing op een hypothecaire lening die betrekking heeft op een vervreemde woning met hypotheekoverdracht (de zogenaamde pandwissel). De uitgaven van een dergelijke hypothecaire lening worden in een afzonderlijke FAQ (zie 2. Hypotheekoverdracht) behandeld.


1.1. Hypothecaire leningen aangegaan vanaf 01.01.2020 en daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen
1.1.1. IK HEB IN 2020 VOOR HET EERST EEN WONING AANGEKOCHT, DIE IK SINDSDIEN ZELF BETREK. IK GING HIERVOOR IN 2020 EEN HYPOTHECAIRE LENING AAN. HEB IK RECHT OP DE 'GEÏNTEGREERDE WOONBONUS'?

Neen.

Hypothecaire leningen (en de daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen) die vanaf 01.01.2020 worden aangegaan kunnen niet meer in aanmerking komen voor de 'geïntegreerde woonbonus'.

De datum van de authentieke leningsakte is bepalend om na te gaan of de hypothecaire lening (en de daarmee verband houdende individuele levensverzekering) nog in aanmerking kan komen voor de 'geïntegreerde woonbonus'.

Als er geen authentieke hypothecaire leningsakte wordt verleden, (bv. bij een wederopname van een bestaande lening) dan geldt de datum van de aanvaarding van het kredietaanbod als datum van de lening. De wederopname wordt gelijkgesteld met een nieuw leningscontract.

Bij een herfinancieringslening geldt in principe de datum waarop de oorspronkelijke lening werd aangegaan.


1.1.2. IK GING IN 2017 EEN HYPOTHECAIRE LENING AAN DIE IN AANMERKING KWAM VOOR DE ‘GEÏNTEGREERDE WOONBONUS’. IK GA IN 2020 EEN HERFINANCIERINGSLENING AAN. VALT DEZE LENING ONDER HET STELSEL VAN DE 'GEÏNTEGREERDE WOONBONUS'?

Ja.

Als u een hypothecaire lening (herfinancieringslening) sluit die dient voor het aflossen van het openstaande saldo van een eerder gesloten hypothecaire lening, wordt de herfinancieringslening (meer bepaald het deel ervan dat betrekking heeft op het openstaande saldo) geacht de oorspronkelijke lening verder te zetten.

Als aan alle voorwaarden van de geïntegreerde woonbonus (zie bijlage 1) is voldaan (zo moet bijvoorbeeld de werkelijke duur van het eerste leningscontract en het tijdperk waarop het tweede contract slaat, samen, ten minste 10 jaar bedragen), dan kunnen de uitgaven van de herfinancieringslening in aanmerking komen voor hetzelfde fiscale voordeel waarvoor de oorspronkelijke lening in aanmerking kwam.

Opgelet: Indien het ontleende bedrag van de herfinancieringslening hoger is dan het openstaande saldo van de eerder gesloten lening, wordt enkel het deel dat dient voor het aflossen van het openstaande saldo van de eerder gesloten lening geacht de oorspronkelijke lening verder te zetten.

Het surplus wordt beschouwd als een nieuwe hypothecaire lening die u vanaf 01.01.2020 aanging en kan dus niet in aanmerking komen voor een Vlaams belastingvoordeel voor de eigen woning.


1.1.3. IK GING IN 2016 EEN HYPOTHECAIRE LENING AAN VOOR DE AANKOOP VAN MIJN WONING. IK HEB RECHT OP DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS. IN 2020 HUW IK (OF GA IK WETTELIJK SAMENWONEN). MIJN PARTNER WORDT MEDE-EIGENAAR VAN DE WONING EN MEDE-KREDIETNEMER VAN DE LENING. KAN MIJN PARTNER DAARNA OOK GENIETEN VAN DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS?

Wanneer u vóór het huwelijk of vóór de verklaring van wettelijk samenwoning een hypothecaire lening specifiek heeft aangegaan voor het verwerven of behouden van een woning waarvan u alleen de eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker was, dan kan uw partner na het huwelijk of de verklaring van wettelijk samenwoning ook aanspraak maken op de geïntegreerde woonbonus op voorwaarde dat:

- de woning waarvoor de lening werd gesloten tot de huwelijksgemeenschap behoort (of in onverdeeldheid aan jullie beiden toebehoort)

en

- de kredietovereenkomst van 2016 werd aangepast zodat uw partner ten opzichte van de kredietverstrekkende instelling dezelfde plichten heeft als u

en

- aan alle overige in de wet gestelde voorwaarden is voldaan.

Enkel als aan alle voormelde voorwaarden, naast de algemene voorwaarden van de geïntegreerde woonbonus zelf, is voldaan, zal uw partner (na het huwelijk of de verklaring van wettelijke samenwoning) ook kunnen genieten van de geïntegreerde woonbonus, zelfs indien de inbreng in de gemeenschap of de aanpassing van de kredietovereenkomst pas na 2019 plaatsvindt.

De voorwaarde enige woning bij uw partner wordt beoordeeld op datum dat uw partner voor het eerst aan alle voorwaarden voldoet. De tienjarige termijn voor de verhogingen start evenwel al in het jaar van aangaan van de hypothecaire lening.

Er zal geen rekening worden gehouden met looptijdverlengingen die u vanaf 01.01.2020 doorvoert, tenzij u een betalingsuitstel heeft gevraagd naar aanleiding van de coronacrisis en u van uw bank een looptijdverlenging verkreeg.


1.1.4. IK GING IN 2020 EEN HYPOTHECAIRE LENING AAN VOOR MIJN EIGEN WONING TERWIJL IK NOG EEN LENING VAN VÓÓR 2020 VOOR DIE WONING LOPEN HEB. HEB IK RECHT OP DE 'GEÏNTEGREERDE WOONBONUS'?

Uw uitgaven voor de lening van 2020 kunnen niet in aanmerking komen voor de geïntegreerde woonbonus (zie FAQ 1.1.1.).

De uitgaven voor de lening die u vóór 2020 aanging blijven verder in aanmerking komen voor de Vlaamse belastingvoordelen (bv. de Vlaamse woonbonus of de geïntegreerde woonbonus).


1.1.5. IK HEB IN 2020 EEN WEDEROPNAME GEDAAN, VOOR HET VERBOUWEN VAN MIJN EIGEN WONING. HEB IK RECHT OP DE 'GEÏNTEGREERDE WOONBONUS'?

Nee.

Een wederopname wordt gelijkgesteld met een nieuw leningscontract. Uitgaven voor leningen aangegaan vanaf 01.01.2020 komen niet meer in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus (zie FAQ 1.1.1.).


1.1.6. IK GING IN 2020 EEN HYPOTHECAIRE LENING AAN OM MIJN EX-PARTNER TE KUNNEN UITKOPEN EN ZO EEN NIEUW EIGENDOMSAANDEEL VAN MIJN EIGEN WONING TE VERWERVEN. HEB IK RECHT OP DE 'GEÏNTEGREERDE WOONBONUS'?

Nee.

Uitgaven voor een lening aangegaan vanaf 01.01.2020 komen niet in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus (zie FAQ 1.1.1.).


1.1.7. IK GING IN 2020 EEN HYPOTHECAIRE LENING AAN OM DE ERFBELASTING OF SCHENKBELASTING VAN MIJN EIGEN WONING TE BETALEN. HEB IK RECHT OP DE 'GEÏNTEGREERDE WOONBONUS'?

Nee.

Uitgaven voor een lening aangegaan vanaf 01.01.2020 komen niet in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus (zie FAQ 1.1.1.).


1.2. Hypothecaire leningen aangegaan vanaf 01.01.2016 en uiterlijk op 31.12.2019 en daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen

Als uw hypothecaire lening (en eventueel uw individuele levensverzekering in de mate dat ze dient voor het waarborgen of wedersamenstellen van die lening) voldoet aan de voorwaarden (zie bijlage 1) van de 'geïntegreerde woonbonus', dan mag u

- de interesten en kapitaalaflossingen vermelden in vak IX, rubriek I, 1, a), naast de code(s) 3334 en/of 4334.

Als u de lening met meerdere personen (1) aanging, vermeldt u in deze codes het gedeelte van de interesten en kapitaalaflossingen dat u na volgende bewerking verkrijgt:

Totale bedrag van de in 2020 betaalde interesten en kapitaalaflossingen

X

Uw aandeel in de woning

Som van de aandelen in de woning, van u en de andere personen met wie u de lening aanging

(1) Samen belaste echtgenoten en wettelijk samenwonenden die samen een lening hebben aangegaan waarvoor beiden recht hebben op de 'geïntegreerde woonbonus', nemen het totale bedrag van de door hen beiden betaalde interesten en kapitaalaflossingen.

- de individuele levensverzekeringspremies in de mate dat ze dienen voor het waarborgen of wedersamenstellen van die lening vermelden in vak IX, rubriek I, b) naast de code(s) 3335 en/of 4335.

Opgelet: Van zodra u eenmaal een belastingvoordeel voor de betaalde premies hebt verkregen, zullen de uit het contract voortvloeiende voordelen worden belast. Als u die belasting wilt vermijden, mag u de premies nooit invullen.

Wat zijn de grensbedragen voor de geïntegreerde woonbonus voor aanslagjaar 2021?

Voor aanslagjaar 2021 dient u uw uitgaven die in aanmerking komen voor de geïntegreerde woonbonus te begrenzen tot


(2) Om te bepalen of uw woning op 31.12.2020 nog altijd uw enige woning was, moest de woning waarvoor u de lening hebt aangegaan:

- op 31 december van het jaar van afsluiting van de lening al uw enige woning zijn, daarbij moet u geen rekening houden met:

* andere woningen waarvan u mede-eigenaar, naakte eigenaar of vruchtgebruiker was door erfenis
*andere woningen die op 31 december van het jaar van afsluiting van de lening op de vastgoedmarkt te koop werden aangeboden en die u ten laatste op 31 december van het jaar daarna hebt verkocht.

- en op 31.12.2020 nog altijd uw enige woning zijn, daarbij moet u geen rekening houden met de andere woningen waarvan u de naakte eigenaar was of geworden bent.

(3) De kinderen die op dat tijdstip zwaar gehandicapt waren, mag u dubbel tellen.

Samen belaste echtgenoten en wettelijk samenwonenden die beiden recht hebben op de 'geïntegreerde woonbonus' mogen hun (gezamenlijke) resultaat vrij onder elkaar verdelen, met dien verstande dat zij het maximum per echtgenoot of partner niet mogen overschrijden.


1.3. Hypothecaire leningen aangegaan vóór 2016 en daarmee verband houdende individuele levensverzekeringen

Wat zijn de grensbedragen voor de Vlaamse woonbonus voor aanslagjaar 2021?

Voor aanslagjaar 2021 dient u de uitgaven die in aanmerking komen voor de Vlaamse woonbonus te begrenzen tot


(4) Bij herfinancieringsleningen geldt in principe de datum van de oorspronkelijke lening. Het extra ontleende bedrag wordt evenwel als een nieuwe lening beschouwd.

(5) Om te bepalen of uw woning op 31.12.2020 nog altijd uw enige woning was, moet u geen rekening houden met de andere woningen waarvan u:

- naakte eigenaar was of geworden bent

- door erfenis mede-eigenaar of vruchtgebruiker was of geworden bent.

(6) De kinderen die op dat tijdstip zwaar gehandicapt waren, mag u dubbel tellen.


2. HYPOTHEEKOVERDRACHT
Ik heb in 2005 een hypothecaire lening gesloten voor het verwerven van mijn enige en eigen woning. Ik verkocht deze woning in 2020 en verhuisde naar een andere eigen woning. Ik ben de lening van 2005 verder blijven aflossen (hypotheekoverdracht). Waar mag ik de uitgaven van deze lening vermelden?

U was vanaf de verkoop geen eigenaar meer van de woning waarvoor u de lening aanging. Die uitgaven betreffen dus niet langer uw eigen woning.

Als aan alle voorwaarden is voldaan, kunnen uw kapitaalaflossingen in aanmerking komen voor de federale belastingvermindering voor het lange termijnsparen.

U mag de kapitaalaflossingen maar in uw aangifte vermelden in de mate dat zij slaan op de eerste schijf van de lening(en) die in de tabel is opgenomen.


U vermeldt dit begrensde bedrag van de kapitaalaflossingen in vak IX, rubriek II, B, 4, b), 1), naast de code(s):

- 1358/2358 (leningen afgesloten vanaf 1989).

Het overschot van de kapitaalaflossingen komt niet in aanmerking voor een belastingvoordeel.

De interesten kunnen niet in aanmerking komen voor de federale interestaftrek, omdat deze woning geen belastbaar onroerend inkomen meer oplevert.

De uitgaven die u vóór de verhuis betaalde, kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor de Vlaamse woonbonus.

Opgelet: als u vanaf 2016 uw eigen woning A vervreemdt om uw eigen woning B te verwerven of te behouden, dan kan u eventueel aanspraak maken op de fictiebepaling. Door de toepassing van de fictiebepaling kan u, als aan alle voorwaarden (zie bijlage 2) is voldaan en wat de Vlaamse woonbonus of de 'geïntegreerde woonbonus' betreft, voor die uitgaven verder blijven genieten van het systeem van de Vlaamse woonbonus of 'geïntegreerde woonbonus'.

Als u echter voor de uitgaven die in aanmerking komen voor de fictiebepaling de toepassing vraagt van één van de federale belastingvoordelen, dan wordt de Vlaamse woonbonus (of 'geïntegreerde woonbonus') voor die uitgaven niet meer toegepast.

Deze keuze voor die federale belastingvoordelen is definitief, onherroepelijk en bindend. Deze keuze geldt ook voor de volgende aanslagjaren.


3. EIGEN WONING TIJDENS EEN DEEL VAN HET JAAR
Ik ben eigenaar van een woning waarvoor ik vóór 1 januari 2020 een hypothecaire lening aanging en die ik tot en met 30.04.2020 zelf betrok. Vanaf 01.05.2020 heb ik die woning aan een particulier verhuurd. Hoe moet ik de uitgaven van mijn hypothecaire lening verdelen?

De uitgaven van uw hypothecaire lening verdeelt u als volgt:

- de interesten en kapitaalaflossingen die u tot en met 30.04.2020 betaalde, kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor een gewestelijk belastingvoordeel
Opgelet: de uitgaven van een lening die u vanaf 01.01.2020 aangaat (en de daarmee verband houdende individuele levensverzekering) komen niet in aanmerking voor een Vlaams belastingvoordeel.

- de interesten en kapitaalaflossingen die u vanaf 01.05.2020 betaalde kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor een federaal belastingvoordeel.

Het door uw kredietgever uitgereikte attest vermeldt de in het jaar 2020 betaalde interesten en kapitaalaflossingen. U kan met alle bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed, aantonen op welk tijdstip u deze uitgaven hebt betaald.

Voorbeeld

Sofie is eigenaar van één woning (K.I.: 1.000 euro) die zij tot en met 30.04.2020 zelf betrok. Vanaf 01.05.2020 verhuurt ze haar woning aan een particulier.

In 2012 ging zij een hypothecaire lening aan van 100.000 euro.

Op 01.01.2021 was haar fiscale woonplaats in het Vlaams Gewest gelegen.

In 2020 betaalde Sofie de volgende bedragen:

- interesten: 3.000 euro

- kapitaalaflossingen: 6.000 euro.

Sofie vult haar belastingaangifte voor aanslagjaar 2021 als volgt in:

Vak III (onroerende inkomsten):

- Code 1106: 669,40 euro (1.000 x 245/366).

Vak IX (interesten en kapitaalaflossingen):

- Gewestelijke woonbonus:

* Code 3370: 3.000 euro ((3.000 + 6.000) x 4/12)
* Code 3372: ja
* Code 3374: ja
* Code 3373: 0

- Federale belastingvermindering lange termijnsparen en gewone interestaftrek:

* Code 1358: 2.927,60 euro ((6.000 x 8/12) x 73.190/100.000)
* Code 1146: 2.000 euro (3.000 x 8/12).


4. DEEL VAN DE EIGEN WONING DAT WORDT VERHUURD
Ik verhuur een deel van de door mij betrokken woning aan mijn vennootschap. De uitgaven van mijn hypothecaire lening hebben gedeeltelijk betrekking op dat verhuurde deel. Dit verhuurde deel is dus niet mijn eigen woning. Hoe moet ik de uitgaven van mijn hypothecaire lening verdelen?

De uitgaven van uw hypothecaire lening verdeelt u als volgt:

- de interesten en kapitaalaflossingen die betrekking hebben op het deel van de woning dat u zelf betrekt kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor een gewestelijk belastingvoordeel
Opgelet: de uitgaven van een lening die u vanaf 01.01.2020 aangaat (en de daarmee verband houdende individuele levensverzekering) komen niet in aanmerking voor een Vlaams belastingvoordeel.

- de interesten en kapitaalaflossingen die betrekking hebben op het verhuurde deel kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor een federaal belastingvoordeel.

Voorbeeld

Lieve is eigenaar van één woning (K.I.: 1.000 euro) die zij gedeeltelijk zelf betrekt. Zij verhuurt 20 % van deze woning aan haar eigen vennootschap.

In 2012 ging zij een hypothecaire lening aan van 100.000 euro. Van het ontleende bedrag heeft 20.000 euro gediend voor het financieren van het verhuurde deel van de woning.

Op 01.01.2021 was haar fiscale woonplaats in het Vlaams Gewest gelegen.

In 2020 betaalde Lieve de volgende bedragen:

- interesten: 3.000 euro

- kapitaalaflossingen: 6.000 euro.

Lieve vult haar belastingaangifte voor aanslagjaar 2021 als volgt in:

Vak III (onroerende inkomsten):

- Code 1109: 200 euro (1.000 x 20 %)

- Code 1110: huur en huurvoordelen (in voorkomend geval verminderd met de als bezoldigingen van bedrijfsleider geherkwalificeerde huur).

Vak IX (interesten en kapitaalaflossingen)

- Gewestelijke woonbonus:

* Code 3370: 3.040 euro ((3.000 + 6.000) x 80 % = 7.200 euro, begrensd tot 3.040 euro)
* Code 3372: ja
* Code 3374: ja
* Code 3373: 0.

- Federale belastingvermindering lange termijnsparen en gewone interestaftrek:

* Code 1358: 878,28 euro ((6.000 x 20 %) x 73.190 / 100.000)
* Code 1146: 600 euro (3.000 x 20 %).


5. DEEL VAN DE EIGEN WONING VOOR ZELFSTANDIGE BEROEPSWERKZAAMHEID
Ik gebruik een deel van de door mij betrokken woning voor mijn zelfstandige beroepswerkzaamheid. De uitgaven van mijn hypothecaire lening hebben gedeeltelijk betrekking op dat beroepsmatig gebruikte deel. Dit beroepsmatig gebruikte deel is dus niet mijn eigen woning.

De interesten en kapitaalaflossingen verdeelt u als volgt:

- de interesten en kapitaalaflossingen die betrekking hebben op het deel van de woning dat u zelf betrekt kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor een gewestelijk belastingvoordeel
Opgelet: de uitgaven van een lening die u vanaf 01.01.2020 aangaat (en de daarmee verband houdende individuele levensverzekering) komen niet in aanmerking voor een Vlaams belastingvoordeel.

- de interesten en kapitaalaflossingen die betrekking hebben op het beroepsmatig gebruikte deel kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor een federaal belastingvoordeel.

Zo kunnen de kapitaalaflossingen die betrekking hebben op het beroepsmatig gebruikte deel, binnen de wettelijke grenzen, in principe in aanmerking komen voor de federale belastingvermindering voor het lange termijnsparen (7).

(7) In uitzonderlijke gevallen kan u voor dat deel verder de federale woonbonus of federale vermindering bouwsparen vragen.

De interesten die u hebt gedragen voor het verkrijgen of behouden van uw beroepsinkomen zijn aftrekbaar als beroepskosten.


6. ANDERE DAN EIGEN WONING
Ik ging in 2020 een hypothecaire lening aan voor het verwerven van mijn in de Europese Economische Ruimte gelegen tweede verblijf. Waar mag ik deze uitgaven vermelden?

De uitgaven van uw hypothecaire lening (en de daarmee verband houdende individuele levensverzekering) kunnen, als aan alle voorwaarden is voldaan, in aanmerking komen voor de federale belastingvermindering voor het lange termijnsparen en de federale interestaftrek.

U mag de kapitaalaflossingen maar in uw aangifte vermelden in de mate dat zij slaan op de eerste schijf van de lening(en) die in deze tabel is opgenomen.

U vermeldt dit begrensde bedrag van de kapitaalaflossingen in vak IX, rubriek II, B, 4, b), 1), naast de code(s):

- 1358/2358 (leningen afgesloten vanaf 1989).

Het overschot van de kapitaalaflossingen komt niet in aanmerking voor een belastingvoordeel.

De uitgaven voor de federale gewone interestaftrek vermeldt u in vak IX, rubriek II, B, 3, b) naast de code(s) 1146 en/of 2146.


7. INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING
Waar vermeld ik de premies van mijn individuele levensverzekering die niet dient voor het waarborgen of het wedersamenstellen van een lening?

U vermeldt de premie van een individuele levensverzekering in vak IX, rubriek II, B, 5, b), van de belastingaangifte, naast de code(s):

- 1353 en/of 2353 voor contracten gesloten vanaf 1989

- 1354 en/of 2354 voor contracten gesloten vóór 1989.

Opgelet: de premies van individuele levensverzekeringen die verband houden met de eigen woning vermeldt u niet hier, maar kunnen eventueel in aanmerking komen voor een gewestelijk belastingvoordeel.

Interne ref.: 729.675


Bron: Fisconetplus

Mots clés

Articles recommandés

Een vierde van de werkzame personen werkt buiten zijn of haar provincie van verblijf

Wetsvoorstel #1: een gelijke behandeling van stiefkinderen en stiefkleinkinderen in de erfbelasting

Circulaire 2024/C/26 over de belastingvoordelen voor de hypothecaire leningen in het Waals Gewest