Horizon Europa, het vlaggenschipprogramma voor onderzoek en innovatie van de EU voor 2021-2027, blijkt een belangrijke motor te zijn voor economische en maatschappelijke voordelen. Voor elke euro aan kosten voor de EU-samenleving zal het programma tegen 2045 naar verwachting tot zes euro aan voordelen voor de EU-burgers opleveren. Wat de economische groei betreft, zal volgens een vandaag gepubliceerde evaluatie van de Commissie elke euro aan EU-bijdrage tegen 2045 naar schatting tot 11 EUR aan bbp-groei genereren.
Met een totaal budget van 93,5 miljard euro staat Horizon Europa centraal in het Europese concurrentievermogen en de innovatiekracht.
Horizon Europa komt zijn belofte na om innovatie te stimuleren en het concurrentievermogen van Europa te versterken. Het sterke rendement en de meetbare economische impact ervan tonen duidelijk het succes ervan aan, wat echte voordelen oplevert voor burgers in de hele EU. We moeten blijven aandringen op meer impact en ervoor zorgen dat Europa het voortouw neemt op het gebied van onderzoek en innovatie. Onze inzet is om de financiering van onderzoek en innovatie door de EU eenvoudiger, gerichter en nog transformatiever te maken.Ekaterina Zaharieva, commissaris voor Start-ups, Onderzoek en Innovatie
De Commissie zal de inzichten van deze tussentijdse evaluatie gebruiken om de impact van haar beleid en programma's te vergroten. De komende werkprogramma's van Horizon Europa zullen onmiddellijke maatregelen omvatten om de aanvraagprocedure en de projectuitvoering te vereenvoudigen. Gerichte investeringen zullen onderzoekers en ondernemers verder ondersteunen en ervoor zorgen dat de EU talent blijft aantrekken, koesteren en behouden. Verbeterde samenwerking zal belanghebbenden dichter bij elkaar brengen en helpen om kennis en resultaten te vertalen naar de markt.
Een ander doel is het wegnemen van belemmeringen voor de oprichting en opschaling van innovatieve bedrijven, door middel van initiatieven zoals de komende strategie voor starters en opschaling, de Europese innovatiewet en de resterende werkprogramma's van de EIC.
De tussentijdse evaluatie is gebaseerd op een brede empirische basis, met inbegrip van een uitgebreide kwantitatieve en kwalitatieve analyse. Het is gebaseerd op een openbare raadpleging met bijna 1 700 antwoorden, meer dan 1 000 interviews met projectbegunstigden, vertegenwoordigers van de Commissie en nationale vertegenwoordigers en uitvoeringsinstanties, en enquêtes onder zowel succesvolle als niet-succesvolle aanvragers.