Circulaire 2020/C/96 betreffende buitenlandse roerende inkomsten

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Vennootschapsbelasting publiceerde op 09/07/2020 de Circulaire 2020/C/96 betreffende buitenlandse roerende inkomsten.

Deze circulaire bespreekt de vaststelling van het belastbaar inkomen in het geval van roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong.

1. Deze circulaire betreft de vaststelling van het belastbaar inkomen van roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong zoals bedoeld in art. 22, WIB 92.


2. Art. 22, WIB 92, bepaalt:

'§ 1. Onder netto-inkomen van roerende goederen en kapitalen wordt het bedrag verstaan dat in enige vorm is geïnd of verkregen, vóór aftrek van de innings- en bewaringskosten en van andere soortgelijke kosten, en verhoogd met de roerende voorheffing met de fictieve roerende voorheffing en, in voorkomend geval, met de woonstaatheffing.

Behalve indien dat inkomen ingevolge artikel 171, 2°bis, 3° en 3°quater tot 3°septies, afzonderlijk wordt belast, wordt het verminderd met de desbetreffende innings- en bewaringskosten en andere soortgelijke kosten.

§ 2. Interest van schulden aangegaan om inkomsten van roerende goederen en kapitalen te verkrijgen of te behouden is niet aftrekbaar.

§ 3. Onverminderd de toepassing van het bepaalde in § 2, wordt onder netto-inkomen van in artikel 17, § 1, 3°, bedoelde verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen en in artikel 17, § 1, 5°, bedoelde cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten het brutobedrag verstaan, verminderd met de kosten die zijn gedragen om die inkomsten te verkrijgen of te behouden; bij gebrek aan bewijskrachtige gegevens worden die kosten forfaitair geraamd volgens percentages die de Koning bepaalt.'


3. Voor de vaststelling van het netto-inkomen van roerende goederen en kapitalen van buitenlandse oorsprong, is voorzien dat de in het buitenland op die inkomsten ingehouden belastingen (door de schuldenaar of door de betalende buitenlandse instelling), aftrekbaar zijn (1).

(1) Zie nr. 22/3, tweede lid, Com.IB 92.


4. Uit de controles, die zijn verricht in het kader van de automatische uitwisseling van inlichtingen met het buitenland (CRS) inzake roerende inkomsten, is gebleken dat verduidelijkingen voor de vaststelling van het belastbaar inkomen van roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong, noodzakelijk zijn.

De administratie zal via een circulaire de nodige verduidelijkingen meedelen met betrekking tot het begrip 'geïnd of verkregen bedrag' in het kader van de roerende inkomsten waarvan de schuldenaar is gevestigd in het buitenland. Ook het begrip 'de in het buitenland ingehouden belastingen op die inkomsten' zal worden verduidelijkt.


5. In afwachting van deze verduidelijkingen, dient het belastbaar bedrag van de roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong bij voortduur te worden vastgesteld, rekening houdende met de buitenlandse belasting die in mindering is gebracht van het door de buitenlandse schuldenaar betaald inkomen. Indien de belastingplichtige de toepassing van een vermindering van buitenlandse belasting vraagt in toepassing van een verdragsrechtelijke bepaling ter vermijding van dubbele belasting, dan moet het aldus geïnde bedrag eveneens aan de roerende voorheffing worden onderworpen indien dit bedrag via een Belgische tussenpersoon is verkregen, of, - indien dit niet het geval is -, in de aangifte in de personenbelasting worden aangegeven (2).

(2) Of het voorwerp uitmaken van een aangifte in de roerende voorheffing door de verkrijger van de inkomsten indien deze laatste is onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (zie artikel 262, WIB 92).


NAMENS DE MINISTER:
Voor de Algemene Administrateur van de Fiscaliteit,

D. DELVAUX
Adviseur-generaal


Bron: Fisconetplus

Mots clés