Belgische inflatie blijt stabiel : 5.4 % in juli zoals in juni

De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) blijft in juli stabiel met 5,4%, net zoals in juni.

  • De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli 3,6% ten opzichte van 3,5% in juni.
  • De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juli bedroeg 3,6% ten opzichte van 3,7% in juni.
  • De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie waren aardgas, tabak, huisbrandolie en elektriciteit.
  • Brood en granen, vlees, motorbrandstoffen en smeermiddelen, melkproducten, meubelen, en de aankoop van motorvoertuigen hadden deze maand de grootste negatieve impact op de inflatie.
  • Eurostat zal op 20 augustus de geharmoniseerde consumptieprijsindex van juli voor de EU-landen publiceren.


De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex[1] blijft in juli stabiel met 5,4%, net zoals in juni. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 4,5% in juli, net zoals in juni. Het verschil in inflatie tussen de HICP en de HICP-CT is grotendeels te wijten aan de stijging van de accijnzen op tabak en aardgas. Met deze wijzigingen van de belastingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.


De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt in juli 3,6% tegenover 3,5% in juni en 3,4% in mei. De inflatie zonder energieproducten steeg in juli tot 3,5%, tegenover 3,4% in juni en 3,2% in mei.


De inflatie voor voeding en alcoholvrije dranken bedroeg deze maand 1,1%, tegenover 1,5% vorige maand. In het voorjaar van 2022 begon deze inflatie sterk te stijgen en bereikte een piek van 20,3% in maart 2023. Sinds maart 2023 is geleidelijk afgenomen. De inflatie van olie, vis, melkproducten, brood en granen, alsook vlees steeg sterk tot maart 2023, maar daalde sindsdien. Zo bedroeg de inflatie van olie deze maand 5,5%. In maart 2023 bedroeg dit nog 31,3%. Voor melkproducten bedraagt de inflatie nu -1,4% ten opzichte van 31,0% in maart 2023. Voor vis werd deze maand een inflatie van 1,3% geregistreerd. In maart 2023 bedroeg ze nog 17,2%. Voor brood en granen bedraagt de inflatie deze maand 0,8% ten opzichte van 22,0% in maart 2023. De inflatie van vlees bedroeg deze maand 2,0% ten opzichte van 16,8% in maart 2023.


De bijdrage van energie tot de inflatie was negatief sinds januari 2023 tot februari 2024 en stijgt opnieuw tot 2,2%. Zoals hieronder beschreven, stijgt de inflatie voor energie. Het gaat daarbij niet om een stijging van de energiekosten, maar om een gevolg van het verdwijnen in de index van de impact op 12 maanden van de basispakketten. Voeding levert een bijdrage van 0,2%.


Elektriciteit is nu 9,0% duurder dan een jaar geleden. Aardgas is 114,3% duurder dan vorig jaar in mei. De prijs van huisbrandolie is met 28,1% gestegen ten opzichte van vorig jaar.


Inflatie en impact van de 12 hoofdgroepen op de inflatie

De opsplitsing in de 12 hoofdgroepen toont aan dat de hoogste inflatie in juli gemeten werd voor ‘Huisvesting, water en energie’ (16,8%). De laagste inflatie (0,9%) wordt opgemeten voor de groep ’Meubelen en huishoudartikelen’. De hoofdgroep die in juli grootste positieve impact heeft op de inflatie is huisvesting, water en energie met 2,1 procentpunt. De groep ‘Voeding en alcoholvrije dranken’ had de grootste negatieve impact met -0,9 procentpunt.

Inflatie[3] en impact[4] op de inflatie voor de globale HICP en de 12 hoofdgroepen

Productgroep
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
Impact op inflatie (%-punt)
HICP
HICP-CT
mei/24
jun/24
jul/24
jul/24
mei/24
jun/24
jul/24
0
Totaal bestedingen
1.000,0
4,9
5,4
5,4
4,5



1
Voeding en alcoholvrije dranken
157,3
1,3
1,5
1,1
1,1
-0,7
-0,8
-0,9
2
Alcoholhoudende dranken en tabak
49,0
12,6
12,2
14,4
-1,0
0,4
0,3
0,5
3
Kleding en schoeisel
54,3
3,5
3,5
0,5
0,5
-0,1
-0,1
0,0
4
Huisvesting, water en energie
164,5
14,3
17,9
16,8
16,7
1,7
2,2
2,1
5
Stoffering en huishoudelijke apparaten
74,4
1,5
1,5
0,9
0,9
-0,3
-0,3
-0,4
6
Gezondheidsuitgaven
85,4
2,3
2,3
2,2
2,2
-0,2
-0,3
-0,3
7
Vervoer
108,9
2,6
2,2
2,2
2,2
-0,3
-0,4
-0,4
8
Communicatie
32,2
1,7
2,7
1,9
1,9
-0,1
-0,1
-0,1
9
Recreatie en cultuur
87,1
2,7
2,8
3,9
3,9
-0,2
-0,3
-0,1
10
Onderwijs
5,1
7,5
7,5
7,5
7,5
0,0
0,0
0,0
11
Hotels, cafés en restaurants
93,1
4,3
4,9
4,3
4,3
-0,1
-0,1
-0,1
12
Diverse goederen en diensten
88,7
3,3
3,2
3,2
3,2
-0,1
-0,2
-0,2

Inflatie volgens specifieke aggregaten

De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.

  • De inflatie voor energiedragers is gedaald ten opzichte van vorige maand. Ze bedraagt in juli 23,8% ten opzichte van 25,6% in juni en 20,4% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,3%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt -8,5% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen stijgt in juli naar 4,9% ten opzichte van 4,5% in juni en 4,6% in mei. Tegenover de voorgaande maand stegen de prijzen met gemiddeld 1,4%. De gemiddelde inflatie bedroeg 6,8% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in juli 1,7% ten opzichte van 1,6% in juni en 1,3% in mei. Ten opzichte van juni stegen de prijzen gemiddeld met 0,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 5,4% voor de laatste twaalf maanden.
  • De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in juli 1,5% ten opzichte van 1,3% in juni en mei. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen gemiddeld met 6,5%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 2,9% voor de laatste twaalf maanden.
  • Voor diensten (inclusief huur) daalde de inflatie van 4,4% in juni naar 4,2% in juli. Tegenover de voorgaande maand stegen de prijzen met gemiddeld 1,5%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat bedraagt 5,4% voor de laatste twaalf maanden.

De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli 3,6%. Dat is een lichte stijging ten opzichte van de 3,5% die werd geregistreerd in juni. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 4,9%. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat met gemiddeld 0,9%.

Inflatie volgens specifieke aggregaten

Specifieke aggregaten
Gewicht (‰)
Inflatie op jaarbasis (%)
12 maandelijks gemiddelde (%)
Maandelijkse wijziging
mei/24
jun/24
jul/24
jul/24
jul/24
Totaal bestedingen
1.000,0
4,9
5,4
5,4
2,5
-0,6
Energiedragers
100,8
20,4
25,6
23,8
-8,5
1,3
Bewerkte levensmiddelen
164,8
4,6
4,5
4,9
6,8
1,4
Niet-bewerkte levensmiddelen
41,4
1,3
1,6
1,7
5,4
0,1
Niet-energetische industriële goederen
256,0
1,3
1,3
1,5
2,9
-6,5
Diensten
436,9
4,1
4,4
4,2
5,4
1,5
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie)
857,7
3,4
3,5
3,6
4,9
-0,9

Impact van de subindices op de inflatie

De grootste positieve impact op de inflatie werd gerealiseerd door aardgas met een impact van 1,46 procentpunt. Tabak had een impact van 0,56 procentpunt. Huisbrandolie heeft een positieve impact van 0,35 procentpunt. Tot slot heeft elektriciteit een impact van 0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2024
jul/24
04.5.2
Aardgas
20,2
1,46
02.2.0
Tabak
32,4
0,56
04.5.3
Huisbrandolie
13,7
0,35
04.5.1
Elektriciteit
34,9
0,12

De negatieve impact op de inflatie is het grootst voor brood en granen, vlees, motorbrandstoffen en smeermiddelen met een impact van -0,15 procentpunt. Melkproducten hebben een negatieve impact van -0,14 procentpunt. Tot slot hebben meubelen en de aankoop van motorvoertuigen een negatieve impact van -0,12 procentpunt.

Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie

Subindex
Gewicht (‰)
Impact op inflatie (%-punt)
2024
jul/24
01.1.1
Brood en granen
29,5
-0,15
01.1.2
Vlees
41,1
-0,15
07.2.2
Motorbrandstoffen en smeermiddelen
30,9
-0,15
01.1.4
Melkproducten
18,7
-0,14
05.1.1
Meubelen
24,9
-0,12
07.1.1
Aankoop van voertuigen
28,7
-0,12

Vergelijking tussen België en de buurlanden

Aangezien de definitieve HICP van onze buurlanden pas later wordt bekendgemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van juli. In België bedroeg deze inflatie 5,5% in juli, een lichte stijging ten opzichte van de 5,4% in juni. Nederland tekende een inflatie op van 3,5% in juli. Dat is een lichte stijging ten opzichte van de 3,4% die werd geregistreerd in juni. In Frankrijk steeg de inflatie van 2,5% in juni naar 2,6% in juli. De eerste snelle inflatieraming van de HICP van juli voor Duitsland bedroeg 2,6%, een lichte stijging ten opzichte van juni, toen de inflatie 2,5% bedroeg.


Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor juli nog niet publiceerde, is juni de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. In België bedroeg de inflatie op basis van de HICP-CT in juni 4,5%, een stijging ten opzichte van de inflatie van 3,9% in mei. In juni bedroeg deze inflatie in Duitsland 2,0%. Dat is een lichte daling ten opzichte van mei toen de inflatie 2,1% bedroeg. De inflatie in Frankrijk stabiliseert zich op 2,3% in juni, net zoals in mei. In Nederland steeg deze inflatie licht tot 2,2% in juni. In mei bedroeg ze 1,9%.



[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.

Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:

  • De weging van het pakket aan goederen en diensten in de HICP is hoofdzakelijk gebaseerd op de nationale rekeningen. Op de lagere gedetailleerde niveaus wordt gebruikt gemaakt van het huishoudbudgetonderzoek. De CPI gebruikt hoofdzakelijk het huishoudbudgetonderzoek op alle niveaus.
  • De referentiepopulatie van de HICP bestaat uit private huishoudens (incl. toeristen in België) en bewoners in institutionele huishoudens (o.a. rusthuizen en instellingen). Voor de CPI is dit momenteel privé huishoudens met een referentiepersoon onder een maximale leeftijd.
  • In de HICP wordt een binnenlands bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan in België door de referentiepopulatie. Voor de CPI wordt een nationaal bestedingsconcept gehanteerd, dit zijn bestedingen gedaan door de referentiepopulatie ongeacht de locatie.
  • Voor de HICP wordt geen seizoenscorrectie toegepast, voor de CPI wordt dit gedaan voor buitenlandse reizen en vakantiedorpen.
  • De solden werden in de CPI geneutraliseerd, in de HICP worden deze in de maand opgenomen.
  • Voor huisbrandolie wordt de huidige prijs gebruikt in de berekening van de HICP. In de berekening van de CPI wordt een gewogen 12-maandelijks gemiddelde gehanteerd.

[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.

[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.

[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).

Mots clés

Articles recommandés

Moeten we een sterke loonindexering in 2025 vrezen?

De inflatie gaat in augustus van 3,64% naar 2,86%.

Openbare schuld en geld: vertrouwen op de proef gesteld?