Zaterdag is president Trump een half jaar ver in zijn tweede ambtstermijn. Waar initieel velen de inschatting nog maakten dat het, zoals in zijn eerste termijn, allemaal wel zou meevallen, is ondertussen pijnlijk duidelijk dat dat niet het geval is. Meer nog, Trump is goed op weg om de Amerikaanse economie, en bij uitbreiding grote delen van de hele wereldeconomie, structurele schade toe te brengen die het groeipotentieel op langere termijn ernstig ondermijnt.
Zeker de vergelijking met Europa blijft opvallend. De voorbije 25 jaar groeide de Amerikaanse economie bijna dubbel zo sterk als die van de eurozone (respectievelijk met 70% en 38%). Die sterkere Amerikaanse groei was volledig gebaseerd op een sterkere productiviteitsgroei (respectievelijk 1,34% en 0,46% per jaar). Trump is goed op weg om de groeivoorsprong van de VS op Europa gevoelig te verkleinen.
Belangrijke succesfactoren van de Amerikaanse economie in de voorbije decennia waren een vlot werkende arbeidsmarkt, sterke prestaties op het vlak van innovatie, de beschikbaarheid van kapitaal om te ondernemen, het aantrekken van internationaal talent… Met zijn beleidskeuzes lijkt Trump vast van plan om verschillende van die Amerikaanse troeven uit te hollen.
De meest opmerkelijke van die beleidskeuzes blijft de handelsoorlog. De gemiddelde heffing voor invoer in de VS ligt nu rond 15%, het hoogste niveau sinds de jaren 30 en zes keer hoger dan het gemiddelde van voor de handelsoorlog van Trump (2,5%). En er blijft grote onzekerheid over waar dat de komende maanden nog heen gaat. Allicht worden de invoerheffingen eerder nog verhoogd dan verlaagd. Nu is er in economische middens weinig waarover er zoveel eensgezindheid is als over de negatieve impact van invoerheffingen. Die zorgen voor lagere economische groei, hogere inflatie, minder investeringen, lagere productiviteitsgroei… En die negatieve impact wordt vooral gevoeld in het land dat de invoerheffingen oplegt (en eventueel sterk verweven economieën).
Daarnaast zijn er nu de budgettaire plannen met de One Big Beautiful Bill Act waarmee Trump de belastingverlagingen van zijn eerste termijn verlengt, nog wat extra belastingverlagingen toevoegt en forse besparingen oplegt, o.m. in de toegang tot de gezondheidszorg. Daarmee wordt een belastingverlaging toegekend aan grote delen van de bevolking, maar met veruit de grootste voordelen voor de rijken. En dat wordt gedeeltelijk gefinancierd met besparingen op voorzieningen voor de zwaksten. Die financiering is evenwel onvolledig waardoor de situatie van de overheidsfinanciën verder verslechtert. Volgens de eerste ramingen zou het begrotingstekort de komende jaren rond 7% van het bbp blijven hangen en zou de overheidsschuld oplopen van nog iets minder dan 100% van het bbp in 2024 naar 130% tegen 2034. Die dynamiek is onhoudbaar op langere termijn. Op korte termijn kunnen de belastingverlagingen de economie een duwtje in de rug geven, maar op langere termijn dreigt de ongerustheid over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën de bovenhand te nemen, o.m. via een hogere rente. Dat zal dan wegen op de investeringen en de economische groei.
Ondertussen lijkt Trump ook meer en meer werk te maken van een andere prominente verkiezingsbelofte, m.n. de grootschalige deportatie van illegalen. Zoals wel vaker blijkt dat in de praktijk minder evident dan de verkiezingsbelofte liet uitschijnen, maar de voorbije weken zijn de inspanningen op dat vlak wel duidelijk opgevoerd. Daarnaast lijkt het nieuwe beleid ook te werken als afschrikking voor de instroom van nieuwe illegalen. Bovendien wordt in de nieuwe begrotingswet het budget voor de US Immigration and Customs Enforcement (ICE), de Amerikaanse overheidsdienst die instaat voor de deportaties, spectaculair verhoogd. Dat laat vermoeden dat het tempo van de deportaties de komende jaren fors opgedreven zal worden. De economische implicatie hiervan is dat dit extra druk zet op een segment van de arbeidsmarkt waar nu al sprake was van krapte, o.m. in de landbouw. Een doorgedreven beleid op dit vlak resulteert op termijn in lagere economische groei en hogere inflatie.
Voor de Amerikaanse centrale bank (Fed) telt dit allemaal op tot een beleidsnachtmerrie. De combinatie van opwaartse inflatierisico’s en een (veel) te soepel budgettair beleid impliceert dat de Fed haar beleidsrente hoger moet houden (dan ze zonder de maatregelen van Trump gedaan zou hebben). Dat zal een negatieve impact hebben op de bedrijfsinvesteringen. Maar op langere termijn nog veel relevanter is de inmenging van Trump bij de Fed. Hij zal Fed-voorzitter Powell meer en meer onder druk (proberen te) zetten om de beleidsrente te verlagen. Nog belangrijker is dat de ambtstermijn van Powell als Fed-voorzitter in de lente van volgend jaar afloopt, en dat Trump een opvolger moet aanduiden. Als hij de lijn van zijn eerdere personeelskeuzes doortrekt en persoonlijke loyaliteit hoger plaatst dan effectieve capaciteiten, dan dreigt de Fed de komende jaren een minder onafhankelijke koers te kunnen varen. Gezien het belang van de Amerikaanse centrale bank voor de globale financiële stabiliteit is dat een verontrustend vooruitzicht. De risico’s op een nieuwe financiële crisis op langere termijn zouden daardoor gevoelig toenemen, zeker in combinatie met de onhoudbare dynamiek van de Amerikaanse overheidsfinanciën.
Één van de troeven van de Amerikaanse economie is de leidende rol op het vlak van O&O en innovatie. Met O&O-uitgaven van 3,5% van het bbp is de VS één van de voorlopers op wereldvlak. Een cruciale factor daarbij is dat Amerikaanse universiteiten en onderzoekscentra talent van over de hele wereld aantrekken. De aanvallen van Trump op de universiteiten, met o.m. dreigementen om financiering in te trekken en het moeilijker maken voor buitenlandse studenten, gaan regelrecht in tegen die troef. Met daarbovenop nog de DOGE-besparingen op publieke onderzoekscentra dreigt Trump die leidende rol op het vlak van O&O te ondermijnen, wat op langere termijn een negatieve impact zal hebben op de productiviteitsgroei.
En dan is er ook nog een bewuste strategie om hernieuwbare energie tegen te werken. in het kader van de nieuwe begrotingswet worden de subsidies voor hernieuwbare energie geschrapt en eerder werd ook al de federale goedkeuring voor nieuwe windparken teruggedraaid. Ook dat lijkt al langer een stokpaardje van Trump, maar gaat voorbij aan de economische logica. Het kostenplaatje van hernieuwbare energie is ondertussen competitief met fossiele brandstoffen, en blijft naar alle verwachting verder verbeteren. Dat impliceert dat versnelde investeringen in hernieuwbare energie een economisch zinvolle strategie zijn. China heeft dat begrepen en zet volop in op een enorme energietransitie. Trump kiest voor de andere richting, wat op langere termijn een negatieve impact zal hebben op het groeipotentieel van de Amerikaanse economie.
Met zijn aanpak van het juridische apparaat en de democratische instellingen lijkt Trump ook de rechtsstaat zelf aan te tasten. Als hij op de weg van de voorbije maanden doorzet, dreigt dat op termijn ook in de economie voor extra onzekerheid te zorgen. Een goed functionerende rechtsstaat die zorgt voor rechtszekerheid is immers een basisvoorwaarde voor ons economisch model. Als dat niet langer verzekerd is, dreigt dat o.m. te wegen op de bedrijfsinvesteringen en daardoor ook op het groeipotentieel op langere termijn.
Trump ondermijnt het toekomstig potentieel van de Amerikaanse economie, en dreigt met zijn beleidskeuzes ook de rest van de wereld parten te spelen. Hij lijkt vast van plan om een wereldeconomie achter te laten die economisch meer gefragmenteerd is, met een structureel lager groeipotentieel en kwetsbaarder voor financiële schokken. Dat zal uiteraard ook negatieve gevolgen hebben voor de Europese en zeker ook voor de (extreem open) Belgische economie.
Anderzijds zijn er ook kansen voor Europa. De fratsen van Trump maken pijnlijk duidelijk dat Europa niet langer blind kan rekenen op de VS als betrouwbare partner. Dat betekent o.m. dat we veel meer zelf zullen moeten instaan voor onze veiligheid, maar ook dat we ons economisch veel meer op onszelf moeten richten. De vele handelsbarrières binnen de Europese markt wegwerken, nieuwe handelsakkoorden met specifieke partners uitwerken (Mercosur en India zitten er aan te komen), versneld (en gecoördineerd) werk maken van de energietransitie, veel meer inzetten op O&O… Er is heel veel mogelijk om de eigen Europese economie te versterken zonder dat we daar Trump voor nodig hebben (behalve dan misschien als katalysator). Op die manier kunnen we hier de economische fallout van Trump beperken.
Trump is ondertussen zes maanden bezig, en het wordt niet beter. Europa moet niet wachten of hopen op de VS, maar dringend zelf haar economische toekomst in handen nemen.